333 13 JUNI 1962. De verkoop van vlees moet echter in een afzonderlijke afge sloten ruimte geschieden. Volgens de nieuwe vestigingswet kan elk levensmiddelenbedrijf die artikelen verkopen, welke in de supermarkets te verkrijgen zijn. Ook brood, gebak, groente, textiel, pocketbooks en grammofoonplaatjes, enz. De branche-vervaging van het kruideniersbedrijf is een gevolg van de voortschrijdende ontwikkeling van de distributie. Ook de verkoopmethode het z. g. zelfbedieningssysteem is geen privé-bezit van de supermarkets. In vele andere zaken in onze stad werd dit systeem al geheel of gedeeltelijk ingevoerd. Specialisatie in de kruideniersbranche komt bijna niet meer voor, grote assortiments uitbreiding is noodzakelijk voor de ge hele levensmiddelen sector, wil men met de door U bedoelde voortschrijdende ontwikkeling van de distributie gelijke tred houden. Na deze overweging mijnheer de voorzitter meen ik te moeten zeggen, dat er tussen een supermarket en een levensmiddelen - bedrijf in weze geen verschil is, zodat hier niet van een apar te branche kan worden gesproken, van een branche, die wat de winkelsluitingsverordening betreft buiten de wet moet vallen, want dat zou bij afwijzing van het voorstel voorde R. K. Mid denstandsbond afdeling Breda, een feit zijn. Ik zeg speciaal Bredase Middenstandsbond omdat ook de Koninklijke Midden stands vereniging zich achter dit voorstel plaatste. In punt 2, betoogt U, dat de zaken die uitsluitend met personeel werken en de sociale voorzieningen van hun personeel op ande re wijze kunnen verzekeren, nadeel ondervinden van een slui tingsregeling. Mijnheer de voorzitter, hier in onze raad werd steeds het stand punt ingenomen dat een wet, of een verordening op een wet steeds geldt voor de gehele gemeenschap of voor gehele groe pen uit die gemeenschap en niet voor gedeelten van bepaalde groepen apart. Bij de behandeling der baatbelasting kwam dat nog sterk tot uit drukking. Zijn hier de bezwaren der supermarkets nu werkelijk van dien aard, dat zij buiten een algemeen geldende regeling voor de levensmiddelenbedrijven moeten vallen; en dus aan niets gebonden behoeven te zijn. Want als hier niets gebeurd, staan ze geheel vrij te doen en te laten wat ze zelf willen. Dat zij nu maandagmorgen sluiten, (trouwens dat doen ze ook alle maal niet, één sluit er b. v. maandagmiddag, ook op vrijwilli ge basis) doen ze niet, omdat iemand dat graag heeft, maar omdat het hun, naar hun mening, het beste uitkomt. De hele winkelsluitingsverordening wordt, wanneer ze niet wordt gewijzigd een paskwil, met alle mogelijkheden voor ontduiking, terwijl ae consequenties die worden geschapen niet te overzien zijn. Mijnheer de voorzitter, gerust durf ik hier te stellen.dat de su permarkets in de levensmiddelen sector niet zo°n aparte plaats innemen, dat hun belangen anders liggen dan bij elk ander le vensmiddelenbedrijf. Dat ik met deze stelling niet alleen sta, hebt U kunnen lezen in het advies.dat U door de Kamer van Koophandel is gegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 333