13 JUNI 1962,
340
dat zij dan niet zouden kunnen winkelen, werd hem geantwoord
dat hij slecht van de sociale toestanden op de hoogte was, omdat
het winkelpersoneel nog een halve dag per week vrij is.
Over de kwestie van het bederven van artikelen of het niet be
derven kan men van mening verschillen met burgemeester en wet
houders. Als men van de aan bederf onderhevigewaren op zater
dag een te krappe voorraad zou hebben, zou dit op een verkeerd
beleid wijzen in de winkels. Spreker is er echter van overtuigd dat
de aan bederf onderhevige artikelen echter wel minder in voorraad
zullen zijn en dus minder kans zullen hebben om op maandag te
bederven zonder dat op zaterdag tekort wordt gekomen.
Spreker is van mening dat het schoonmaken van een levens-
middelenbedrijf niet alleen op maandagmorgen moet geschieden,
doch dat dit een dagelijkse werkzaamheid moet zijn. Hij benadrukt
dat hij persoonlijk geen voorstander is van de supermarkets doch
dat hij het speciaal Bedrijf prefereert.
Op de vraag van de heer Van Bijnen waarom burgemeester en
wethouders zijn afgeweken van het advies van de Kamer van Koop
handel kan hij mededelen, dat er twee verzoeken zijn ingekomen,
waarop door de Kamer van Koophandel gunstig geadviseerd is. Bo
vendien wil spreker er toch op wijzen dat burgemeester en wethou
ders en de gemeenteraad kunnen afwijken bij hun besluitvorming
van het advies van de Kamer van Koophandel op de argumenten,
die door burgemeester en wethouders zijn genoemd.
De heer Van Caulil heeft gesproken over vroeger en omdat de
heer Van Caulil nog jong is, naar sprekers mening, kan hij niet al
les van vroeger afweten. Het is zoals dat zich in Amsterdam af
speelde in een schoolklas, waar de onderwijzer vertelde aan de kin
deren dat de eerste mens op de wereld Adam was. Waarop Moosje
zei dat dit niet waar was, omdat in zijn straat er een kruideniers
winkel was, waar op de raam stond "De firma Adam v/h De Vries".
De heer Bastiaansen heeft gevraagd of de supermarkets zelf niet
hun halve dagsluiting kunnen bepalen. Inderdaad zouden zij dat
kunnen als er een andere regeling zou worden gemaakt dan thans
is bepaald.
De heer Zijtregtop is bevreesd dat het personeel van de super
markets schade zal ondervinden indien niet een gedwongen halve
dagsluiting wordt verordeneert. Spreker is de mening toegedaan,
dat men hiervoor niet bevreesd behoeft te zijn in de huidige om
standigheden, omdat het personeel zonder meer dan de supermarkets
zal verlaten. Er moet inderdaad een rouleer-systeem zijn in de
vrije dagen van het personeel omdat het personeel niet allen te
gelijk hun vrije halve dag kan opnemen.
Met de mening van de heer Vis dat de winkelsluitingswet er is
om het personeel vrij te geven, is spreker het niet eens. De wet is
er gekomen om de winkelier zelf de nodige vrije uren te geven.
Het is vanzelfsprekend dat de winkelier op de sluitings-halve dag
zijn personeel gemakkelijker vrij kan geven.
Bij de gehouden besprekingen met de middenstandsorganisaties
heeft hij het idee aan de hand gedaan om allen op maandagmorgen
te sluiten. Dit is voor iedereen gemakkelijker, ook voor de consu
ment. Hij merkt echter op dat de middenstand dit zelf zal moeten