11 JULI 1962.
373
te Breda nog geen gelegenheid bestaat. Ook moet er een betere
accommodatie gevonden worden voor dez.g. Beyerd-avonden, nu
de belangstelling daarvoor groeiende is.
Spreker heeft niet willen beweren, dat de bijzondere activi
teiten gebonden zijn aan een bepaalde zaal, doch wel aan een
bepaald milieu. Indien men wil bereiken, dat het cultureel cen
trum een trefpunt wordt, dan is men gebonden aan een eigen sfeer
en een eigen milieu.
Met betrekking tot de vraag of losse dan wel vaste stoelen ge
plaatst moeten worden zegt ae wethouder, dat het voorgestelde
stoelenplan door het college zeer goed overdacht is. Gedacht is
aan een bezetting van de middenruimte met vaste stoelen met
een open ruimte aan de zijde van de binnenplaats en een gang
langs de tegenoverliggende muur.
Door verschillende sprekers is gezegd.dat ervoor tentoonstel
lingen meer ruimte nodig is, dan die welke resteert, nadat de
zaal buiten beschouwing is gelaten. Het stoelenplan is zodanig
opgezet, dat indien er voor een bepaalde tentoonstelling ruimte
tekort zou zijn, er ook schilderijen aan de wanden van de zaal
tentoongesteld kunnen worden.
De heer Kroon heeft gevraagd of hier sprake is van een tijde
lijke voorziening. Dit is zo, doch niet voor 100 °]o. De accommo
datie is van blijvende aard, maar het is mogelijk, dat ze aange
past dient te worden als het stadhuis eenmaal gebouwd is en dit
zal met een gering bedrag mogelijk zijn.
Wethouder VERMEULEN zegt, dat de heer Kroon heeft gemeend
te moeten begrijpen, dat hier sprake is van een tijdelijk gebouw.
Spreker heeft dit anders begrepen. Volgens de architect van
het cultureel centrum is dit de meest geschikte plaats. Wel heeft
hij geadviseerd, dat rekening moet worden gehouden met de mo
gelijkheid, dat het gebouw te zijner tijd iets anders gesitueerd
zal moeten worden. Daarom moet aan de akoestiek van de zaal
niet te veel kosten worden gemaakt.
Wethouder BASTIAENSEN zegt tenslotte nog, dat de directeur
van het cultureel centrum van mening is, dat ae nu voorgestelde
voorzieningen aan de zaal de akoestiek er van ten goede zullen
komen.
Hierna besluit de raad zonder hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel.
De neren Melzer, Van Houten en Van Werkhooven verzoeken
aantekening, dat zij geacht wensen te worden tegen het voorstel
te hebben gestemd.
17. AANVULLEND KREDIET t.b.v. DE BOUW EN INRICHTING
VAN EEN GYMNASTIEKZAAL.
18. VERHUUR SPORTCOMPLEX MGR. HOPMANSSTRAAT AAN
DE STICHTING TER BEVORDERING VAN HET R. K. HOGER-,
VOORBEREIDEND HOGER- EN MIDDELBAAR ONDERWIJS.