397
22 AUGUSTUS 1962.
tering van verkeersmaatregelen en verkeersopleiding.
Besloten werd tot de bouw van een nieuwe bolgashouder en een
piekgasinstallatie, kredieten werden beschikbaar gesteld voor de
stichting van nieuwe dienstgebouwen voor gas, water en elektrici
teit. De verbouwing van het openbaar slachthuis wordt voorbereid.
Ik heb U in vogelvlucht langs vele belangrijke punten en be
sluiten van de afgelopen zittingsperiode gevoerd. Ik geloof dat ge
sproken mag worden van een periode van gelukkig bestuur.
Er waren in de afgelopen zittingsperiode tal van mutaties in het
persoonlijk vlak. Ik moge in herinnering brengen hen die in die pe
riode van ons zijn heengegaan: Wethouder Jongbloed, wethouder Rom-
som en drs. Stubenrouch, staatssecretaris, in het harnas gestorven.
Burgemeester Kortmann werd commissaris der koningin, mr.
Toxopeus werd minister van binnenlandse zaken.
En nu zijn er in ons midden twaalf leden die wij in de komende
zittingsperiode niet meer zullen weerzien. Ik dank hen allen voor
hun arbeid en de wijze, waarop deze werd verricht.
De heer Camphens kan op een slechts korte zittingsperiode te
rugzien; wij bewaren een aangename herinnering aan zijn verblijf
in deze zaal;
de heer Cosijn was raadslid vanaf 12 oktober 1945, hij was lid
van de afdeling voor het onderwijs en van de commissie voor het
nijverheidsonderwijs. Zijn verdiensten werden onlangs met een ko
ninklijke onderscheiding beloond; zijn verdiensten als raadslid heb
ben hierbij ongetwijfeld een belangrijke rol gespeeld;
mr. B. W. M. Drion was raadslid van 6 september 1958 tot 1 sep
tember 1953 en van 2 september 1958 tot heden. Wij zullen hem
zeer missen. De afdeling voor juridische aangelegenheden mocht
veel steun ondervinden van zijn scherpzinnigheid en juist oordeel.
De heer Van Duijl zat sedert 2 september 1958 in de raad en
heeft zich als lid van de afdeling voor de nutsbedrijven en als lid
van de sportstichting bijzondere verdiensten verworven;
ik dank voorts de heren Hilte en Van Houten evenzeer voor hun
diensten aan stad en stadsbestuur bewezen.
Het heengaan van de heer Hulskramer, die zijn raadslidmaat
schap op zo'n consciëntieuze wijze behartigde, zal worden gevoeld.
De heer Mol gaf ons zijn kwaliteiten als architect en estheticus.
Onze erkentelijkheid gaat in grote mate uit naar de heer Van de
Noort, raadslid vanaf 12 oktober 1945. Wij danken de heer Stokker-
mans voor zijn culturele belangstelling. Ik zeg hem toe dat hij op
zijn laatste vraag in deze raad nog antwoord krijgt.
De heer Van Werkhooven blijft in onze herinnering vooral door
zijn prettige en aangename beschouwingen op het stuk van de cul
tuur, waarbij hij een grote welsprekendheid aan de dag legde.
Tenslotte noem ik de heer Minderhoud, de nestor van de raad.
Bij tal van vreugdevolle èn droeve gelegenheden hebt U de gevoe
lens van de raad vertolkt. Wij hebben U als zodanig steeds hoog ge
waardeerd. Ik wens hem toe dat hij zijn otium cum dignitatè goed
volbrengt.
Mevrouw, mijne heren, ik meen met dit woord van afscheid te
mogen volstaan en daarmede uiting te hebben gegeven aan de waar-