424
19 SEPTEMBER 1962.
dat Breda garnizoenstad is. Hij ziet echter wel een belangvoor de ge
meente omdat jeugdige mensen uit Breda ook weer elders gevormd
worden, waardoor hun geestelijke weerbaarheid wordt opgevoerd.
Uit het voorstel blijkt dat de minister de subsidiëring zal onder
zoeken. De ministeriële molen maalt wellicht langzaam en hij
stelt daarom voor het subsidieverzoek voor 1962 in te willigen en
dan volgend jaar de zaak opnieuw te bezien.
Mevrouw VAN MIERLO merkt op dat de ministeriële molen zo
snel kan draaien als wordt gewenst, de minister kan immers altijd
maatregelen nemen als blijkt dat een zaak te weinig aandacht heeft.
Wethouder VAN BOXTEL zegt dat ook de minister alleen kan
werken binnen de begrotingsgrenzen. Overigens zou hij niet graag
stellen, dat wanneer het rijk achter blijft met subsidiëren de ge
meente een aanvullende subsidietaak op zich moet nemen.
Hij kan nog als argument aanvoeren, dat dezerzijds het stand
punt wordt gehandhaafd dat elke subsidieaanvraag aan de gemeente
uitermate kritisch wordt benaderd, ook gezien in het licht der fi
nanciële toestand van de gemeente. Voorwaarde moet tevens steeds
zijn dat het belang voor de gemeente zodanig aanwijsbaar is, dat
subsidiëring gerechtvaardigd is.
Hij meent uit het zwijgen van de raad te mogen opmaken dat
er overeenstemming is met het voorstel zoals het hier ligt. Ook de
afdeling voor maatschappelijk werk, volksgezondheid en sociale
zaken was eenstemmig met het preadvies akkoord.
De VOORZITTER zegt dat subsidiëring ook in deze brede Visie
van geestelijke wapening in principe rijkszaak is. Hij vraagt de
heer Van Gastel of deze stemming wenst.
De heer VAN GASTEL zegt zijn stem niet aan het voorstel te
kunnen geven.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten onder aan
tekening dat de heer Van Gastel heeft tegengestemd.
14. ORGANISATIE VAN HET KATHOLIEK MAATSCHAPPELIJK EN
CHARITATIEF WERK TE BREDA.
De nota wordt in handen gesteld van burgemeester en wethou
ders voor het uitbrengen van een preadvies.
15. BIJDRAGE VOOR DE VERBOUWING VAN HET ZUSTERHUIS EN
HET RETRAITEHUIS TE SEPPE.
16. VERHOGING VAN DE VERGOEDING EX ARTIKEL 127 VAN DE
KLEUTERONDERWIJS WET TEN BEHOEVE VAN DE BIJZONDERE
KLEUTERSCHOOL PAULINASTRAAT 1.
Overeenkomstig deze voorstellen wordt besloten.
17. DIVERSE VERZOEKEN VAN SCHOOLBESTUREN OM MEDEWER
KING OP GROND VAN ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDERWIJS-
WET 1920.