19 SEPTEMBER 1962. 426 Als de opgezette plannen om te komen tot vestiging van een restaurant niet doorgaan moeten nieuwe kosten worden gemaakt. De heer VAN DERWERFF sluit zich aan bij hetgeen door de heer Van Caulil is opgemerkt. De bestemming tot restaurant is blijkbaar tevoren reeds aan het pand gegeven. Ook hij vindt vestiging van een restaurant bezwaren opleveren voor de reeds in de omgeving gevestigde restaurants. De heer RATTINK vraagt of er tijdens de gevoerde onderhande lingen kandidaten voor het restaurant zijn gekomen. De heer VAN DEN EEDEN kan zich ook aansluiten bij hetgeen de heer Van Caulil heeft gesteld. Naar zijn mening hebben burge meester en wethouders de architect een verdere opdracht gegeven dan de raad heeft bedoeld, of de architect heeft meer uitgevoerd dan waartoe hij opdracht had. Wethouder VERMEULEN staat met veel begrip tegenover de raads leden die waken over het budget. Hij moge hiervoor slechts ver wijzen naar de tijd toen hijzelf nog niet aan de college-tafel zat. Toch wil hij het beleid in deze verdedigen. Hij meent te mo gen stellen, dat het gewone budget door deze overschrijding niet wordt uitgehold. Aan "verinteresting" van het gebouw moet een einde worden gemaakt. Gepoogd werd een vrij zware wagen op gang te brengen, waar voor de kosten slechts waren gedacht tot een som van 2.400,-. Bij de aanvraag om subsidie aan monumentenzorg moet bestek wor den bijgevoegd» Hiervoor was de raming van het voorbereidings krediet uiteraard niet toereikend. Er is zelfs gedacht het pand vóór restauratie af te stoten aan iemand die de restauratie op zich zou nemen. Er was echter voor niemand een basis voor een gesprek in deze aanwezig. Er zal con creet voorgerekend moeten worden wat de zaak gaat kosten. Van particuliere zijde is medegedeeld dat men in principe be reid is in het pand een restaurant te vestigen. Ten aanzien van het overschreden krediet deelt spreker mede, dat de architect, zonder dat hij schriftelijk opdracht heeft gekre gen door allerlei oorzaken, men denke aan besteksgereedmaken der plannen, onderzoekingen in het perceel waarbij soms moest worden overgegaan tot gedeeltelijk weghakken van plafonds, mu ren e. d.zijn opdracht uitgebreid heeft gezien. Het door hem in rekening gebrachte bedrag is akkoord, doch het kredietwas te laag. De raad had een en ander liever in twee etappes gezien. Dit gaat echter moeilijk, men moet monumentenzorg kunnen vertel len wat het gaat kosten.Nu is hettotaalbedrag der restauratie bekend op basis van een bestek, de volgende zaak is het aftasten wat mo numentenzorg en provincie bij gaan dragen. Het restant bedrag, bijvoorbeeld de inrichting voor de bepaalde bestemming, is in overleg met de uiteindelijke gebruiker of eigenaar van het pand te bepalen. Spreker hoopt zo uitvoerig mogelijk de loop van de zaak te heb ben verteld. Men mag verheugd zijn dat de zaak nu op gang is en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 426