17 OKTOBER 1962. 459 Als deze vraag positief beantwoord wordt, dan rijst de vraag of de mogelijkheid zal bestaan voor de eigenaren om deze last te ver halen op de verhuurders die uiteindelijk de vervuilers zijn. Indien dit zo is dan kan men spreken van een elegant voorstel van burgemeester en wethouders om de kosten van de rioolwater afvoer en zuivering daar te brengen waar zij inderdaad thuis horen. Over het beheer zelf zou spreker nog de vraag willen stellen, waarom burgemeester en wethouders per=sènaar een waterschap wil len. Is het niet mogelijk om tot een bepaalde vorm van samen werking te komen, die de goedkeuring van de toezichthoudende or ganen kan verwerven. Mevrouw VAN MIERLO zou gaarne in aansluiting op de door de heer Zijtregtop gestelde vragen vernemen of de kosten, voortvloei ende uit dit voorstel, nog zullen worden omgeslagen over de con tribuanten van bijvoorbeeld de Bandijk of het waterschap Mark en Dintel, waardoor deze nog meer zullen moeten gaan betalen. Bovendien meent spreekster dat enige jaren geleden de rioolbe lasting aanzienlijk is verhoogd in verband met de voorgenomen uit voering van de rioolwaterafvoerleiding naar de Moerdijk, terwijl thans deze kosten wederom via een waterschap op de eigenaren worden afgewenteld. De heer VAN DER ZWAN zegt: Mijnheer de Voorzitter, Namens mijn fractie kan ik U mededelen dat dit voorstel uiter aard onze instemming heeft. Wij zijn ons ervan bewust dat dit voorstel slechts een verschui ving van kosten, zij het op een lager niveau, betekent en wel van de gemeente als zodanig naar de gemeente als huiseigenares en naar particuliere huiseigenaren. Het is jammer dat in Uw voorstel ovèr de hoogte van deze lasten voor woningbezitters niet wordt gerept. Mogelijk kuntU thans een vrijblijvende benadering van deze kosten per woning per jaar opgeven. Verder blijkt uit Uw voorstel niet wat de consequenties van het gemeentelijk budget zijn indien de rioolwaterafvoerleiding wordt overgedragen aan een waterschap. Wij zouden het zeer op prijs stellen indien U ons nog vóór de begrotingsbehandeling een indica tie van de verlichting van het budget zou kunnen opgeven, indien deze overdracht op korte termijn zou plaatsvinden. Tenslotte spreek ik de hoop uit, mijnheer de voorzitter, dat U zult slagen in Uw pogingen de afvoerleiding over te dragen aan een waterschap. De heer QUADEKKER merktop dat het wellicht de moeite waard is thans reeds te overwegende inning der kosten te coördineren met thans reeds geheven bijdragen door waterschappen. De heer MELZER is van mening dat burgemeester en wethouders zich in hun voorstel over het bestuur van het waterschap op de vlak te gehouden hebben. Wellicht is dit gedaan in de hoop dat de uit spraak betreffende de Brabantse Bandijk gunstig voor de gemeente

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 459