462 17 OKTOBER 1962. der voordelen de afvoer en zuivering van afvalwater aan een wa terschap op te dragen. Zo mogelijk zal de invordering met één aan slagbiljet kunnen geschieden. Omtrent de bestuurssamenstelling kan spreker mededelen dat burgemeester en wethouders zich niet op de vlakte wensen te hou den. Middels vertegenwoordigers van de huishoudelijke vervuilers zal het gemeentebestuur in het bestuur zitting kunnen nemen. De participerende gemeenten zullen dus ook alleen invloed kunnen uitoefenen in het waterschap middels de reeds eerder aan gehaalde vertegenwoordigers van de huishoudelijke vervuilers. Tenslotte dient de raad er rekening mede te houden dat het re glementeren van waterschappen een provinciale taak is en derhalve geen taak van de gemeenteraad. De heer ZIJTREGTOP is wethouder Vermeulen erkentelijk voor de duidelijke beantwoordingvan de bij hem gerezen vragen. Bij de aanvang van zijn betoog heeft de wethouder gezegd dat de lasten voortvloeiende uit de investering voor een rioolwaterafvoerleiding sterk zijn gestegen. Spreker merkt echter op dat ook de jaarlijkse bijdragen ingevolge de financiële verhoudingswet eveneens geste gen zijn. De wethouder heeft in zijn betoog als totale kosten van de af- voerleiding het getal van 30 miljoen gulden laten vallen. Het is spreker thans volkomen duidelijk dat de gemeente met de rug te gen de muur staat en dat de gemeente van de uit deze investering voortvloeiende lasten af moet. Wethouder Vermeulen heeft gezegd dat bij investering door de gemeente de bewoners van de gemeente niet de lasten dragen. Spreker is het hiermede niet eens en de lasten zijn toch in de ge meentebegroting opgenomen evenals de kosten van vuilnisemmers en de waterleiding. Door de voorgestelde regeling worden de las ten veroorzaakt door de vervuilers verschoven naar de eigenaren van bebouwde percelen. De lasten voor deze categorie noemt de wethouder gering, maar spreker acht een bedrag van 25, - h 30, - per jaar aan de hoge kant, indien men een bebouwd eigendom voor 400, - per jaar kan verhuren. Gaarne zal spreker nog iets meer vernemen over de facetten voor huurverhoging door de lasten van de afvoerleiding. Wethouder Vermeulen heeft gesproken over een tarief, geba seerd op een gezin van 4 personen. Spreker vraagt of de wethouder hiermede op het oog gehad heeft een statistisch gemiddelde van 4 personen. Indien dit zo niet is dan zullen eigenaren van woningen geen grote gezinnen meer in hun panden dulden. Tenslotte wil spreker opmerken dat de wethouder heeft doen uitkomen dat de onrendabele investering voor de gemeente thans bij een waterschap rendabel geworden is. Hij wil er echter op wijzen dat de gemeente als groot-woningbezitter een enorme aanslag zal ontvangen. De heer QUADEKKER moet uit de beantwoordingvan de opmer kingen uit de raad door de wethouder opmaken dat burgemeester en wethouders op de dwalingen huns weegs zijn teruggekeerden het voorstel beter in de afdeling openbare werken dan in de afdeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 462