480 17 OKTOBER 1962. veertig jaren wordt teruggezet. Bovendien waren er naar zijn me ning veertig jaren geleden geen vrouwelijke leerkrachten voor dit vak. De opleiding van de leerkrachten in dit vak is nu een weten schappelijke opleiding geworden en er is een zekere specialisatie gegroeid in het lesgeven aan jongens en meisjes. Vooral bij hot vak gymnastiekgkunnen zich op een middelbare school problemen bij de leerlingen voordoen, die een typische vrouwelijke benade ring vragen. De situatie bij het m.o. en v.h. m.o./is wat betreft bevoegde leerkrachten niet zo gunstig. Bij dit onderwijs zijn voor 100% be voegde leerkrachten werkzaam. De vrees dat men goede leer krachten zal verliezen heeft naar zijn mening wel enige grond, maar dit argument mag niet al te sterk wegen. Minstens 15 jaar bestaan de functies van twee leerkrachten lichamelijke oefening, namelijk een mannelijke en een vrouwe lijke, naast elkaar. Mejuffrouw Booncis niet om de gedeeltelijke functie vertrokken, maar omdat zij promotie heeft gemaakt. Het advies van de inspecteur van het middelbaar onderwijs, had naar sprekers mening, betrekking op de vaste aanstelling van een leraar voor lichamelijke oefening voor jongens per 1 septem ber. Hij benadrukt dat het niet gaat om de heer Van Overveld per soonlijk. Het is hem bekend, dat de heer Van Overveld een goede leerkracht is en prima voldoet op het stedelijk gymnasium. Hij is van mening dat het niet onmogelijk is, dat een man deze lessen geeft, doch is er van overtuigd, dat een vrouw het beter kan. Bo vendien is het voor een man onmogelijk om in de kleedgelegen heid van de meisjes te komen. De stelling van de heer Bayens om een der andere leraressen toezicht te laten houden, is naar spre kers overtuiging niet te organiseren. Tenslotte wijst hij erop dat de vergelijking met gymnastiek clubsvolkomen mank gaat. De verhoudingen in zo'n club zijn vol komen anders dan bij het v.h.m. o. Wethouder BASTIAENSEN zegt, dat niet alleen bij het vak lichamelijke oefening een ontwikkeling gaande is, maar dat bij alle vakken vrouwen zich meer tot het onderwijs voelen aange trokken. Het zal de raad duidelijk zijn dat bij burgemeester en wethouders zich de vraag heeft voorgedaan, of er bezwaren wa ren tegen de aanstelling van een mannelijke leerkracht. Voordat het voorstel is uitgegaan heeft er daarom nog contact plaats ge had met de rector van het gymnasium en het college van curato ren. Dit contact aiel in de vacantieperiode. Aan de curatoren was na het gesprek, xluidelijk geworden, dat er bijiburgemeester en ■wethouder# bezwaren bestonden. Dit heeft tot gevolg gehad, dat het advies van de curatoren is opgesteld, zoals net nu luidt. Voor deze benoemingen moeten inderdaad altijd advertenties geplaatst worden. Nadat deze advertentie geplaatst was, heeft de neer Van Overveld gesolliciteerd. Van de zijde van het college van curatoren is in net advies gesteld, dat de bezwaren bekend zijn, doch dat de voorgedragene de waarborgen biedt voor hand having van orde tijdens de lessen en dat bovendien geen vrees be hoeft te bestaan, voor wrijvingen en moeilijke situaties met de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 480