17 OKTOBER 1962. 485 wethouders zal worden voorgelegd, waarin zal worden voorgesteld, tot deze jumelage te besluiten en kennis te nemen van de festivi teiten, die men in 1963 zal kunnen verwachten. In de Franse pers is hieraan al uitvoerig aandacht besteed. Hierdoor zou het mogelijk zijn dat de raad kennis kreeg van deze voorbereidingen en daarom vindt spreker het beter dit thans reeds aan de raad mede te delen. Het gemeentebestuur van Orange is in 1948 in Breda geweest. Ook in 1952 bracht het aandeze gemeente een bezoek en nu ligt het in de bedoeling dat de bezoeken wat intensiever zullen worden. Het initiatief voor deze jumelage is uitgegaan van diplomatieke ambtenaren in Parijs en Orange. De gedachten van burgemeester en wethouders gaan voor 1963 niet alleen naar Orange uit, doch ook naar Diest en Dillenburg, waardoor een breder niveau wordt verkregen. De manifestaties wor den gedacht begin september 1963 te houden. Spreker meent dat het nuttig is de raad hiervan in kennis te stellen. De heer VAN CASTEREN heeft er geen bezwaar tegen dat in 1963 het accent gelegd wordt op de terugkeer van de Oranjes in 1813, doch hij meent in de troonrede beluisterd te hebben dat de herrijzenis van onze staat zou worden herdacht. De heer MELZER deelt mede, dat er een Oranje-comité in Breda is. Hij vraagt of het niet wenselijk is de voorzitter van dit comité in de voorbereidingen te trekken. De VOORZITTER is van mening dat de tijd daarvoor nog niet is gekomen. RONDVRAAG. De heer VAN DEN EED EN zegt: Het is Uw college bekend dat ik in de raadsvergadering van 19 september vragen heb gesteld met betrekking tot het verhuren van woonruimten die in zo'n slechte staat verkeerden.dat degenen aan wie deze woonruimten werden toegewezen, geweigerd hebben de ze te aanvaarden. De door mij gestelde vragen waren ingegeven door het lezen van het dagblad "De Stem" van woensdag 5 september 1962 waar in met grote letters stond te lezen "Gemeente verhuurt aan eigen ambtenaren krotwoningen". Tot zekerheid of de berichtgeving in genoemd dagblad wel juist was indachtig het gezegde "de krant brengtin het land", heb ik, zo zou U het kunnen noemen, aan Uw college de betref fende vragen gesteld. Het antwoord van Uw college van 10 oktober leek mij op het eerste gezicht wel juist en ik had ook geen enkele reden om hier aan te twijfelen. De gevolgtrekking uit Uw antwoord lag dus voor de hand dat de berichtgeving in genoemd dagblad onjuist is geweest en het ge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 485