486 17 OKTOBER 1962. meentebestuur dus bewust in een kwaad daglicht heeft gesteld. In genoemd dagblad van 12 oktober komt echter in de krant di rect aleen scherpe reactie onder het hoofd "Gemeente-raadslid on juist ingelicht", m. a.w. burgemeester en wethouders hebben de raad iets op de mouw gespeld, namelijk niet die inlichtingen ge- gegeven die overeenkomstig de waarheid zijn. Het gaat mij, en naar ik mag aannemen de gehele raad, thans over de vraag of Uw college de feiten verdraaid heeft weergegeven. Ik wil hierin klaarheid hebben. Ik heb mij de moeite getroost om mij nader te informeren over deze kwestie en hierover met een 4- tal mensen gesproken, die de betreffende woonruimten met eigen oog hebben gezien op het tijdstip dat deze aan de twee ambtena ren te huur zijn aangeboden. Hun eenparige mening is, dat deze woonruimten in die staat voor menselijke bewoning niet acceptabel waren. Zover mijn in formaties strekken, is aan de huurders toegezegd, het hang en sluit werk te herstellen en dat zij wat verf konden krijgen. Indien dit zo is, lijkt dit meer op een royaal gebaar van een huisjesmelker dan van een woningbedrijf van een grote stad als Breda. U zult begrijpen dat ik - maar wellicht ook Uw college - er behoefte aan neb om klaarheid in deze zaak te krijgen en derhalve gaarne antwoord heb op de volgende vragen. 1. Gedurende welke tijd is de le en 2e etage van het pand Ba ronielaan 202 onbewoond 2. Is deze woning als krotwoning aangemerkt 3. Welke gemeentelijke instantie heeft deze etages direct voor de verhuur gezien en hoe waren de bevindingen 4. Wat verstaat Uw college onder "in behoorlijke staat bevin den" 5. Welke maatstaven worden aangehouden indien een woning geschikt is voor bewoning 6. Voldeden de le en 2e etage van het pand Baronielaan hier aan ?I 7. Door welke gemeentelijke instantie en aan wie is toegezegd dat denoodzakelijke onderhoudswerkzaamheden zouden wor den uitgevoerd 8. Kan worden medegedeeld waarom het vrijwel vaststaat dat de weigering van een der kanditaten - die zeer grote be hoefte heeft aan woonruimte - het gevolg is geweest van het streven een eengezinswoning te krijgen en zo ja, welke eengezinswoning had hij op het oog 9. Waarom zijn le en 2e etage van genoemd pand gezien de grote woningnood niet eerder in bewoonbare staat gebracht? Is de publikatie in De Stem over het onderhavige geval in strijdt met de feiten en zo neen, waarom dan het antwoord op de gestel de vragen Mevrouw VAN MIERLO heeft een vraag gesteld over lawaai op sportvelden in de nabijheid van de Burgemeester de Manlaan, door dat op deze velden gebruik wordt gemaakt van pick-up muziek. Zij merkt op dat op deze vraag nog geen antwoord is ontvangen. Dit acht spreekster niet zo ernstig, omdat zij thans in de gelegen heid is burgemeester en wethouders te wijzen op een krantenarti-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 486