14 NOVEMBER 1962,
505
Bij vorige gelegenheden heeft hij reeds van zijn respect doen
blijken voor alles wat de vereniging Concordia in 80 jaar voor de
schouwburgcultuur in Breda heeft gedaan. Veel minder respect heeft
hij echter voor de slechte accoustiek van de zaal en de onhygiëni
sche staat» van de toiletten.
Zoals w-ij hier bij elkaar zijn, zegt spreker, kennen we allemaal
Concordia als de schouwburgzaal met de 700 slechte zitplaatsen,
de krakende stoelen met harde zittingen, de kale houten vloeren,
de nauwe ingang, de te kleine hall, de gebrekkige garderobes, de
voor opera-uitvoeringen te kleine orkestbak en de onsmakelijke
koffie. Men gaat meestal naar Concordia om een bepaald toneel
stuk of een andere voorstelling te zien, maar nooit om eens een
avond gezellig uit te gaan. En mocht men al dat voornemen heb
ben, dan zakt de opgewekte stemming wel heel snel.
Het bestuur van Concordia kan nu wel beweren, dat de vereni
ging geen subsidie wenst en nodig heeft, maar de nu reeds jaren
durende gebrekkige situatie, waarin de schouwburgzaal van Concor
dia verkeert, wijst toch wel in een andere richting.
Indien met een schouwburg geen commerciële doeleinden na-
festreefd worden, verdient volgens spreker exploitatie door de over-
eid de voorkeur.
Het is duidelijk, dat de geplande verbetering slechts de aller
noodzakelijkste verbeteringen behelst en de behoefte aan een nieu
we schouwburg in Breda onverminderd blijft voortbestaan.
Verheugend noemt spreker het, dat de vier uitkoopverenigingen
royaal medewerken aan het overleg, teneinde tot de stichting van
een. -nieuwe schouwburg te komeni Spreker betuigt reeds nu nier
voor zijn erkentelijkheid en hij vertrouwt erop, dat dit tot een voor
allen bevredigend resultaat zal leiden.
De vrije voorstellingen, de publiciteit, de kaartverkoop, het
rangenstelsel, de invoering van couponboekjes, abonnementen,
jeugdkaarten e.d. zijn daarbij zeer belangrijke punten. Ook de
aanstelling van een geschikte schouwburgdirecteur is van zeer groot
belang.
Wij gaan nu, aldus spreker, een streep zetten onder een verle
den, een romantisch verleden, dat echter door de huidige ontwik
keling van het culturele leven in ons land is achterhaald. Afscheid
nemen van een verleden, vol van voor velen aangename herinne
ringen, is nooit prettig, maar er valt niet aan te ontkomen.
Spreker onderschrijft ten volle alle argumenten die het college
aanvoert om dit tijdperk af te sluiten. Hij wenst het college en de
gevormde coördinatiecommissie voor de komende tijd alle nodige
wijsheid en veel succes toe.
De heer VAN CASTEREN zegt, dat zijn fractie het betreurt, dat
er nog eens 11.627,12 beschikbaar gesteld moet worden. Aller
minst wil hij ten deze een verwijt maken aan de uitkoopverenigin
gen. Dankbaar is hij gestemd voor wat ze in het belang van het cul
turele leven te Breda hebben gebracht. Mede namens zijn fractie
deelt hij mede te kunnen instemmen met het door het college voor
gestelde beleid op korte termijn en ziet ten deze met belangstel
ling uit naar gegevens inzake het te voeren beleid op lange ter
mijn.