506
14 NOVEMBER 1962.
De heer KROON zegt, dat aan het aan de uitkoopverenigingen
verleende subsidie in het verleden nogal eens gedokterd is en dat
het ten deze gevoerde beleid op een fiasco is uitgelopen.
Er zal nu niet veel anders opzitten, dan het beschikbaar stellen
van het nodige bedrag om de tekorten van het verleden te liquide
ren.
Op pagina 4 van het voorstel is vermeld, dat de raad nog nader
zal worden ingelicht omtrent concrete resultaten en financiële con
sequenties. Hij ziet deze gegevens met belangstelling tegemoet en
verzekert dat deze kritisch bekeken zullen worden. In dit licht be
zien kan hij zich nu verenigen met het voorstel.
De heer MELZER sluit zich aan bij datgene wat de heer Kroon
gezegd heeft.
Hij acht de aanstelling van een directeur voor de nieuwe schouw
burg zeer urgent, zulks om te voorkomen, dat we belangrijke con
tacten verliezen.
Hij is het er mede eens, dat er door coördinatie getracht wordt
een goede toneelvoorstelling te geven. Hij wijst in dit verband op
de handelwijze van Tilburg, waar men in wijde omgeving recla
me maakt voor bepaalde evenementen.
De keuze van het stuk, dat men zal brengen, acht hij minder
zien heefti
De heer NIEUWLAAT wijst erop, dat in de jaren 1956 t/m 1959
het bezoekersaantal op een behoorlijk peil was en dat 2 uitkoop
verenigingen in 1960 en 1961 voor drie vrije voorstellingen gemid
deld 500 tot 600 bezoekers hadden. Hij kan het er dan ook niet
mee eens zijn, dat er gezegd wordt, dat het bezoekersaantal op
de door de uitkoopverenigingen georganiseerde vrije voorstellingen
te minimaal is.
Hij is van mening, dat de uitkoopverenigingen in het verleden
meer subsidie hadden moeten krijgen.
De heer QUADEKKER sluit zich aan bij hetgeen de heer Melzer
ten deze reeds gezegd heeft. Hij kan de heer Mendes niet volgen
waar deze gezegd heeft, dat er in Concordia 700 slechte plaatsen
zijn.
Hij vraagt wat er al gebeurd is om een directeur voor de nieu
we schouwburg aan te trekken.
Mevrouw DE BONTE zegt verheugd te zijn over de coördinatie
der uitkoopverenigingen. Zij vraagt zich echter af of er bij.voor
stellingen der gecoördineerde verenigingen niet te weinig plaatsen
in Concordia zullen zijn.
Wethouder BASTIAENSEN zegt dat het voorstel inderdaad zoals
de heer Mendes heeft opgemerkt, uit twee gedeelten bestaat n.l.
een voorstel tot integrale dekking der kosten en een voorstel om
tot verbetering van het aantal bezoekers aan Concordia te komen.
Als we willen komen tot een rendabel gebruik van Concordia, dan