508
14 NOVEMBER 1962.
burg zo goed mogelijk te doen marcheren. De directeur die een
volledige dagtaak moet hebben, zal niet alleen contact moeten
opnemen met toneelgezelschappen maar ook met andere vereni
gingen. In Eindhoven heeft men al twee maal een advertentie ge
plaatst, doch men heeft nog geen geschikte kracht kunnen vinden.
Hieruit blijkt wel dat het aantrekken van een goede directeur een
moeilijke taak is.
De heer MENDES zegt de schouwburg-situatie niet te kunnen
beoordelen, voorzover deze zich achter de coulissen afspeelt. Hij
kan slechts spreken uit eigen ervaring en waarneming. Daarom
kan hij slechts zeggen, dat de tegenwoordige schouwburg slecht is.
Hij heeft gesproken met bestuurders van uitkoopverenigingen, die
beweerden dat er 700 goede en 300 slechte plaatsen zijn, terwijl
dit juist andersom is.
Voorwarde opmerking van mevrouw De Bonte betreft zegt spre
ker, dat hij geen bezwaar heeft tegen het bordje "uitverkocht".
In een stad met een opgewekt cultureel leven zijn alle schouwbur
gen te klein om alle belangstellenden te ontvangen.
Met de heer Nieuwlaat is hij van mening, dat twee uitkoopver
enigingen het in het verleden niet slecht gedaan hebben.
Mevrouw DE BONTE zegt, dat er op 1 en 2 januari, avonden
gegeven worden voor het gehele Bredase publiek. Als de mensen
lid worden van een uitkoopvereniging doen zij dat om er zeker
van te zijn, dat zij plaatsen zullen hebben. Als we zo verder gaan
zijn er geen uitkoopverenigingen meer nodig. Zij vraagt zich af
of er op bedoelde avonden voldoende ruimte zal zijn om iedereen,
die wil gaan kijken tevreden te stellen.
De heer VAN DEN EEDEN zegt, verwacht te hebben, dat de
wethouder dieper zou zijn ingegaan op de ten aanzien van Con
cordia geuite klachten. Hij is het ten deze niet met de heer Men-
des eens. Concordia is in 1881 gesticht en is gedurende vele jaren
een acceptabel concertgebouw geweest. Wel is hij het erover eens,
dat het gebouw de laatste 10 jaar niet meer voldoet aan de eisen
des tijds. Het gaat ten deze zoals met een mens, waarvan met na
60 jaar deugdzaam leven zegt, dat hij versleten is. Hij is het er
beslist niet mee eens dat men Concordia op het scheiden van de
markt een schop achterna geeft.
De heer MELZER zegt veel waardering te hebben voor de vere
niging Concordia, doch hij acht het niet te ontkennen, dat de le
den zeer apathisch stonden tegenover datgene wat hun vereniging
aanging. Dit is gebleken op de vergadering toen er gesproken moest
worden over de overdracht van het gebouw.
De heer VIS zegt, dat de heer Mendes langzaam en duidelijk
spreekt zodat iedereen kan verstaan hebben, dat hij gezegd heeft,
dat hij veel waardering heeft voor wat Concordia gedurende 80
jaar voor Breda heeft gedaan. Er is geen sprake van dat de heer
Mendes Concordia een schop achterna heeft gegeven.