514 14 NOVEMBER 1962. school graag een andere status zagen. Van zijn kant stelde het be stuur: "Als de gemeente de school wil overnemen, dan zijn wij er vanaf'. Direct daarna hebben wij U een krediet ad 25.000,- gevraagd om de nodige voorbereidingskosten voor de bouw van een nieuwe school te kunnen betalen. Tot mei 1962 zijn regelmatig contacten met het schoolbestuur geweest over financiële zaken, het beschikbaar stellen van subsi die enz.. Toen in het voorjaar van 1962 het investeringsplan werd goedgekeurd en derhalve ookhet gevoteerde krediet ad 25.000,- achtten wij de tijd gekomen om de reeds bestaande contacten nog wat breder uit te zetten. In de brief van mei 1962 werd door ons uitdrukkelijk gesteld, dat de status van de school moest worden ge wijzigd. In het antwoord van het bestuur werden hiertegen geen bezwaren geopperd. Vanzelfsprekend was het toen dat het college in deze richting verder ging denken, omdat het wel inzag, dat voor de ruime financiële voorzieningen aan de stichting, waarin 5 zfch coöpterende leden zitting hadden, bij de raad geen goed keuring zou zijn te verkrijgen. De gemeente zou wel moeten sub sidiëren, maar geen mede-zeggenschap krijgen in het bestuur. Ver schillende sprekers hebben gevraagd, waarom er geen tussentijds verslag aan de raad is uitgebracht. Dit is ongebruikelijk en ook niet mogelijk tijdens onderhandelingen. Wel is het gebruikelijk de raad in een informatieve vergadering in te lichten, indien het college een bepaald standpunt heeft ingenomen. Wij hebben het bestuur meermalen gevraagd geheel of gedeeltelijk in een gemeentelijke stichting zitting te willen nemen. Voor het eerst werd toen de gedachte geuit om een gemeentelijke stichting op te richten. Dit is afgestuit op de pertinente weigering van het be stuur om daaraan medewerking te verlenen. Als men dit goed in gedachten houdt, dan zal men begrijpen, dat het college nu komt met hetvoorstel om een gemeentelijke school op te richten. Waar om geen gemeentelijke stichting los van het bestuur kan men zich afvragen. Dit is vrij eenvoudig. Omdat men in dat geval altijd een beroep zou moeten doen op een groep van belangstellenden. Als er een conflict-situatie is, is het altijd moeilijk de juiste men sen voor een bestuursfunctie aan te trekken. Hiervan zijn voor beelden uit het verleden. Spreker verklaart uitdrukkelijk, dat hij waardering heeft voor het bestuur, dat vanaf 1876 een moeilijke taak heeft uitgevoerd. Op dit moment voortgaan op de oude voet zou echter betekenen, het ontstaan van een school, "Welke minderwaardig is voor Breda. Als de overheid de plicht heeft met betrekking tot een zaak de fi nanciële consequenties te trekken, dan moet de overheid er ook op toezien, dat de besteding van de beschikbaar gestelde gelden plaats vindt op de wijze zoals de raad dat wenst. In tweede in stantie weigerde het bestuur wederom categorisch om mede te wer ken aan de oprichting van een gemeentelijke stichting. Wel ver klaarde het zich bereid om samen met de gemeente 2 leden in het bestuur te benoemen. Dit laatste biedt echter niet voldoende waarborgen voor een goede gang van zaken. >Het--bestuur heeft nooit over belangrijke aaken overleg met-de -gemeente gepleegd^ Wel werden interne moeilijkheden ter kennis 1 N p E !rf (D rt 3 tf S3 (t sf KJ (C <M p. 31 CD O (D P* 0Q S 2 p (D CL CD H- P C S3 0Q {0 P "O S3 t—1 9 et oa fl> OQ 2 u (D P P B

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 514