516 14 NOVEMBER 1962. zal van geval tot geval worden bekeken, wat er aan gedaan kan worden. In ieder geval overweegt het college alle maatregelen om te voorkomen, dat de leraren er qua positie op achteruit gaan. De heer Kroon heeft gezegd, dat het bestuur de gelegenheid moet hebben om afspraken te 'maken en die afspraken na te ko men. Spreker zegt, dat het best kan zijn, dat het bestuur afspra ken gemaakt heeft met betrekking tot een salarisregeling. Daarbij is duidelijk, dat die afspraken alleen maar gemaakt en nageko men kunnen worden, indien de gemeente het subsidie naar de ma te waarin afspraken gemaakt zijn aanpast. Het bestuur kan over leg gepleegd hebben met besturen van andere scholen, doch het bestuur kan alleen dan moreel gebonden zijn, indien het-gemeen telijk subsidie toereikend is. Als een overleg veel geld kan gaan kosten is het zaak dat het bestuur daaromtrent eerst overleg met de gemeente pleegt. Het meest merkwaardige in deze is wel, dat de door de gemeente voorgestelde salarisregeling in haar uitloop beter is dan die welke door het bestuur is voorgesteld. Spreker meent, dat het college ten deze een breed standpunt heeft inge nomen. Het college heeft zich bereid getoond het bestuur waar mogelijk tegemoet te komen. Spreker zegt getracht te hebben duidelijk te maken, dat hier geen sprake is van doordrijverij van burgemeester en wethouders, maar dat het belang van de school duidelijk voor ogen heeft ge staan. Er is door het college zeker niet getracht het particulier initiatief op dit gebied te doden. Wij hebben getracht alles te be reiken wat de raad zo graag zou willen, maar wij zijn daarbij ge stuit op een categorische weigering van het bestuur om daaraan medewerking te verlenen. Spreker eindigt zijn betoog in eerste instantie met de veronder stelling, dat hij wellicht tengevolge van de veelheid van vragen een of meer vragen vergeten neeft te beantwoorden, maar hij zal dat dan graag in tweede instantie doen. De heer VAN CASTEREN zegt, dat de heer Broeders in eerste instantie de meningen van de verschillende fractie-leden genu anceerd heeft weergegeven. Thans wil hij de stem laten horen van degenen, die niet met het voorstel instemmen, ook niet na het antwoord van de wethouder. Spreker meent te mogen betwijfelen of het bestuur in mei 1962 tegen de gemeente gezegd heeft: "Neem de zaak maar over". Dit soort vragen is niet gesteld en in het verslag van de vergadering kan men dan ook het antwoord van het bestuur niet vinden. Hij heeft uit de stukken begrepen, dat het college aan het bestuur een voorstel tot statuswijziging heeft gedaan met weinig alternatieven namelijk het in het leven roepen van een gemeentelijke stichting. Was dit op dat moment het enig alternatief of vloeide uit de be zwaren tegen de bestuurssamenstelling als enig alternatief voort een semie of volledige overheidsinstelling?jlSprpkpr kan er inknmpn dar, 7,na Is de wethouder heefu-madegedeeld, de- statuswijzigisg bij, heuhfistuui. geen principe-kwestie isj Hij is het er mede eens dat het bestuur op een smalle basis is gestoeld, doch nergens blijkt naar zijn mening uit, dat er over

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 516