518 14 NOVEMBER 1962. wenst met het verzoek aan burgemeester en wethouders opnieuw contact met het bestuur op te nemen, waarbij het college aan het bestuur vraagt zijn bereidheid ofwel zijn afwijzend standpunt daar tegen kenbaar te maken. Is het bericht afwijzend, dan moet een gemeentelijke school in het leven worden geroepen. Spreker vertrouwt erop, dat, indien de raad ten deze zijn me ning kenbaar maakt, het bestuur daarmede rekening zal willen hou den. De heer VIS dacht aanvankelijk, dat het idee van de heer Kra mers een uitweg zou kunnen bieden. Na het betoog van de wet houder betwijfelt hij echter of dit wel een uitweg is. De wethou der heeft betoogt, dat een gemeentelijke school in de gegeven si tuatie de meest aanvaardbare vorm is. Spreker kan zich hiermede verenigen en meent daarom het voor stel te moeten steunen. De heer NIEUWLAAT zegt, dat hij voorstander is van een ge meentelijke stichting. Na het betoog van de wethouder is hem ech ter wel duidelijk geworden, dat burgemeester en wethouders ten deze met de rug tegen de muur staan en dat alles wat het college op dit stuk ondernomen heeft schipbreuk geleden heeft. Het colle ge heeft derhalve dit voorstel wel moeten doen. Hij zegt er in ieder geval voor te zijn. De heer GIELEN is eveneens voorstander van een gemeentelijke stichting. Uit het betoog van de wethouder is hem gebleken, dat burgemeester en wethouders alles gedaan hebben om het bestuur aan tafel te krijgen om te praten over een dergelijke stichting. Hij vraagt zich af, waarom nu nog het bestuur achterna gelopen zou moeten worden. Hij is voor het voorstel. De heer VAN CAULIL zegt tot de groep voorstemmers te beho ren. Burgemeester en wethouders zijn per slot van rekening de ver trouwensmensen van de raad en daarom is hij van mening, dat het college ten deze dient te worden gesteund. Mevrouw DE BONTE zegt tot de conclusie te zijn gekomen.dat de oprichting van een gemeentelijke stichting gefaald heeft door de houding van het bestuur. Zij vraagt of het niet mogelijk is een commissie van advies in te stellen, die de gangen van het bestuur nagaat en die het college van burgemeester en wethouders kan ad viseren. Zoals de zaken nu staan is zij in ieder geval voor het voor stel. De heer VAN DEN EEDEN wil ook graag zijn stem motiveren. Het college van burgemeester en wethouders is zeer ver gegaan. Toch voelt hij meer voor de suggestie van de heer Kroon om een commissie van goede diensten in het leven te roepen. Gaat dit niet door, dan is hij het met de heer Kramers eens, die gesugge reerd heeft, dat het college alsnog contact zou opnemen met het bestuur om het bestuur te polsen of het alsnog bereid is mede te werken aan de totstandkoming van een gemeentelijke stichting. Het voorstel zoals het er thans ligt is voor hem niet aanvaardbaar.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 518