12 DECEMBER 1962. 531 de mogelijkheid om een verbod uit te vaardigen tot het plaatsen van rijwielen op wegen of weggedeelten. De aangevoerde Klacht inzake overlast van rijwielen nabij de cafetaria op de Ginnekenweg is gerechtvaardigd. Wij hebben derhalve besloten ter plaatse een dergelijk verbod uit te vaardigen, anders dan in de daarvoor bestemde rijwielstan daards. Om te voorkomen, dat de rijwielen van het bewuste pand naar de inde onmiddellijke omgeving gelegen panden worden ge plaatst, is het noodzakelijk geweest net hierbedoelde verbod uit te vaardigen voor beide straatzijden van de Ginnekenweg, tussen de Baronielaan en de Zandbergweg. Het verbod zal gelden van 19.00 tot 24.00 uur, teneinde de ter plaatse gevestigde middenstand niet te duperen. Gelegenheid om rijwielen in rijwielstandaards te plaatsen is op het door het plaatsingsverbod getroffen weggedeelte voldoende aanwezig. Voor de naleving van de bepaling zal door de politie worden zorg gedragen. VRAAG. De heer VAN DEN EEDEN zegt: Het is Uw college bekend dat ik in de raadsvergadering van 19 september vragen heb gesteld met betrekking tot het verhuren van woonruimten die in zo'n slechte staat verkeerden, dat degenen aan wie deze woonruimten werden toegewezen geweigerd hebben deze te aanvaarden. De door mij gestelde vragen waren ingegeven door het lezen van het dagblad'De Stem" van woensdag 5 september 1962 waar in met grote letters stond te lezen: "Gemeente verhuurt aan eigen ambtenaren krotwoning". Tot zekerheid of de berichtgeving in genoemd dagblad, wel juist was indachtig het gezegdede krant brengtin het land", heb ik, zo zou U het kunnen noemen, aan Uw college de betref fende vragen gesteld. Het antwoord van Uw college van 10 okto ber leek mij op het eerste gezicht wel juist en ik had ook geen enkele reden om hieraan te twijfelen. De gevolgtrekking uit Uw antwoord lag dus voor de hand dat de berichtgeving in genoemd dagblad onjuist is geweest en het gemeentebestuur dus bewust in een kwaad daglicht heeft gesteld. In genoemd dagblad van 12 oktober komt echter in de krant direct al een scherpe reactie onder het hoofd Gemeente Raadslid onjuist ingelicht, m.a. w. burgemeester en wethouders hebben de raad iets op de mouw gespeld, n.l. niet die inlichtingen gegeven die overeenkomstig de waarheid zijn. Het gaat mij en naar ik mag aannemen de gehele raad, thans over de vraag of Uw college de feiten verdraaid heeft weergege ven. Ik wil hierin klaarheid hebben. Ik heb mij de moeite ge troost om mij nader te informeren over deze kwestie en hierover met een 4-tal mensen gesproken, die de betreffende woonruim ten met eigen oog hebben gezien op het tijdstip dat deze aan de twee ambtenaren te huur zijn aangeboden. Hun eenparige mening is, dat deze woonruimten in die staat voor menselijke bewoning niet acceptabel waren. Zover mijn infor-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 531