17 JANUARI 1962 53 teeds ringsplan hebben opgesteld, heeft mijn fractie uiteraard veel waardering. Hiermede is aan een bij ons sterk levende, en ook herhaaldelijk geuite. zal wens tegemoet gekomen. eeste Bij de opstelling van het plan is uitgegaan van een jaarlijkse investerings- acht. capaciteit van ƒ9.500.000,—. Daarbij wordt aangenomen dat de jaarlijkse ;baar lasten 8% van het te investeren bedrag vormen. Het is te betreuren dat amen in de nota geen tabel is opgenomen, waarop over de verschillende jaren eling de lasten vermeld staan van het totaal der voorgenomen investeringen met daarnaast een prognose van de toename van de inkomsten. Het jend. cumulatieve effect van de voortgezette investeringen wordt thans niet ifase, voldoende zichtbaar. In 1971 b.v. is het totaal van de nieuwe investeringen lanig ƒ97.000.000,de vaste lasten zijn daardoor toegenomen met epast 7.760.000,. van Brengt dit niet het gevaar mede dat er een wanverhouding ontstaat tussen de vaste laten enerzijds en de overige beschikbare middelen ander- moet zijds? die Voor het maken van de prognose voor de stijging van de inkomsten even heeft als uitgangspunt gediend de stijging van de landelijke belasting- urele opbrengsten. Naast de stijging van de produktiviteit heeft de waarde- ïimte vermindering van het geld hierop invloed uitgeoefend. Plan Is bij het vaststellen van de te investeren bedragen wel voldoende ver- rekening gehouden met de waardevermindering van het geld c.q. de je is stijging van de kosten? geeft In de investeringsnota is aangegeven aan welke objecten naar het oor- ■oord deel van burgemeester en wethouders prioriteit moet worden verleend, (nose De raad wordt daarbij gesteld voor de keuze tussen een nieuw stadhuis ging, en een nieuwe schouwburg. Burgemeester en wethouders menen de vooi- l dat keur te moeten geven aan een nieuw stadhuis, hetgeen betekent dat de n de schouwburg op zijn vroegst over 10 jaar gereed kan zijn. Op grond t het van welke overwegingen burgemeester en wethouders tot deze keuze reng- zijn gekomen, wordt in de nota niet toegelicht. Het komt mij voor dat heeft uitstellen van de bouw van een nieuwe schouwburg tot de jaren 1968 steld, 1971 een zeer onjuiste beslissing zou zijn. Bij de vorige begrotingsbehande- n hij ling heb ik er reeds op gewezen dat onze stad ervoor moet oppassen n de dat haar culturele equipage niet achterop raakt. Hoezeer dit gevaar Deze bestaat wordt bewezen nu de nieuwe schouwburg in Tilburg gereed is. koste Deze schouwburg is de motor geworden voor een grote opbloei van het eilijk culturele leven in deze stad. rijk In Breda daarentegen worden op dit gebied steeds somberder geluiden vernomen. oting Een goede schouwburg is de belangrijkste factor voor het culturele antal klimaat van een stad. En, zo wordt in het antwoord op het centraal >ver- rapport (p. 56) vastgesteld: „Een goed cultureel klimaat is tevens van (rijke groot belang voor het industrieel klimaat". Een goede schouwburg, mijn- voor heer de voorzitter, is daarom voor een stad als Breda van het allergrootste i- belang. erige Na de mededeling in de nota inzake de zwemsituatie, dat de zwem- rame inrichting „Het Ei" niet voldoet aan de eisen die aan moderne baden het gesteld worden, is het teleurstellend te ontdekken dat voor de restauratie van dit zwembad pas in 1969 en 1970 de financiële middelen aanwezig eilijk zullen zijn. Ook een tweede overdekt zwembad zal niet eerder dan in ings- 1969 gereed kunnen zijn. Het zou daarom gezien de slechte situatie op zwemgebied en als er leien niet voldoende middelen aanwezig zouden zijn m.i. overweging ver- van dienen om een beperkter object (n.l. één van de geplande schoolinstructie- i baden) te verschuiven naar een vroeger tijdstip, este- Door de preferentie van het zwembad „Wolfslaar" en de sporthal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 53