538
12 DECEMBER 1962.
23. BENOEMING LEDEN COMMISSIE NIJVERHEIDSONDERWIJS.
Uitgebracht werden 33 stemmen op de heer Hendrickx en 1
blanco, alsmede 29 op de heer Merkelbach van Enkhuizen en 5 op
de heer Eggermont, zodat de heren Hendrickx en Merkelbach van
Enkhuizen zijn benoemd.
24. SUBSIDIERING "HET BRABANTS ORKEST", "HET BRABANTS
CONSERVATORIUM" EN "HET ZUIDELIJK TONEEL".
De heer VAN CASTEREN kan mededelen dat het voorstel de
instemming heeft van zijn fractie. Hij acht het voorstel van te
groot belang om met deze mededeling te volstaan en zal daarom
nog enige kanttekeningen plaatsen. Allereerst mag worden vast
gesteld dat de verdeling van het subsidie tussen provincie en ge
meenten nu veel beter is dan voorheen. Het subsidiëntenoverleg
houdt de zaak goed in evenwicht. Deze "grote drie", belangrijke
pijlers van het culturele leven, zijn het daaraan te besteden geld
waard. Spreker heeft alle vertrouwen in het nieuwe systeem, hij
verwacht dat het een goed systeem zal blijken te zijn. De ziens
wijze van burgemeester en wethouders met betrekking tot de om
vang van het provinciaal subsidie kan spreker volkomen delen.
Het blijft intussen gewenst te streven naar verhoging van het pro
vinciale aandeel.
De heer MENDES zegt het volgende:
Reeds bij vorige behandelingen van de subsidies voor Brabants
Conservatorium, Brabants Orkest en Zuidelijk Toneel heb ik ge
steld dat de raad zich zal hebben af te vragen of deze subsidiering
noodzakelijk is en wat het nut van deze kunstinstellingen voor
"Breda is. Ten aanzien van het Brabants Conservatorium kan ik
heel kort zijn. Voor de mensen uit onze stad, die na hun voorop
leiding in de muziek verder willen studeren is het van het grootste
belang dat er dicht bij Breda, n.l. in Tilburg, een voortreffelijk
opleidingsinstituut aanwezig is.
Het Brabants Orkest geeft in Breda ongeveer 18 concerten, n. 1.
13 eigen concerten en 5 als begeleiding van Kooruitvoeringen. Ge
zien de geringe bereidheid van andere symphonieorkesten om er
tegenwoordig in ons land op uit te trekken en in andere provincies
te concerteren, zou het beslist niet mogelijk zijn deze 18 concer
ten door andere orkesten te laten verzorgen. Voor het concertle
ven in onze stad is het dan ook noodzakelijk dat het Brabants Or
kest, dat zich trouwens tot eender beste provinciale orkesten heeft
ontwikkeld, in stand wordt gehouden.
Ofschoon ik oorspronkelijk zeer sceptisch stond ten opzichte
van het subsidie voor het Zuidelijk Toneel, omdat ik van mening
was, dat de westelijke toneelgezelschappen nog voldoende naar
Breda zouden komen, heeft de landelijke ontwikkeling op toneel
gebied van de laatste jaren mij er van overtuigd dat ook de in
standhouding van dit toneelgezelschap voor Breda beslist noodza
kelijk is.