m 540 12 DECEMBER 1962. I wordt beoordeeld. gev Spreker wijst er op dat de onderhavige instellingen in 1957 leg werden gesubsidieerd met een bedrag van 90.000,-, voor 1963 loopt dit op tot 170.000,-. Ondanks regelmatige bezwaren in de raad is deze zeer grote verhoging toch ontstaan. Spreker is er dez toch wel van overtuigd dat de raad in deze een taak heeft. Spre- mei ker wil niet zeggen dat deze subsidies zouden moeten vervallen, de i maar gezien de financiële positie van de gemeente zal voor en diei tegen beter tegen elkaar moeten worden afgewogen. De stijging le s van de uitgaven in deze sector acht spreker van dien aard dat hij ten deze niet langer verantwoord kan noemen. In dit verband heeft gen spreker kennis genomen van de laatste zinsnede van het voorstel een van burgemeester en wethouders, waarin o. m. is gesteld "mits mo< de gemeentelijke financiële middelen toereikend zijn". Maar de beg gemeente wordt als het ware de gevangene van het subsidiënten- len overleg. wor Spreker adviseert vooral te trachten het subsidie van de pro- bod vincie verhoogd te krijgen alsook van die gemeenten, die nu zeer am minimale subsidies verstrekken. licl Overigens moet de gemeente een eigen beleid voeren en onder me ogen zien dat hetgeen nu in de begroting is opgenomen te hoog is. uitj Met betrekking tot de waardering van de grote drie" wil spreker dez toch wel enig onderscheid maken. Spreker is het met de heer Men- de des eens dat het Brabants Orkest niet te vervangen is en dat het Eer: Brabants Conservatorium een zeer nuttige instelling mag worden zel genoemd. zei Het Zuidelijk Toneel daarentegen en dit is al meer ter sprake uit gebracht, heeft niet veel zuidelijks. Men noemt zich liever En- risv semble, alleen wanneer het om subsidiëring gaat spreekt men van Zuidelijk Toneel. In feite wordt dit gezelschap kunstmatig in ste] stand gehouden, omdat de gezelschappen uit het westen niet ge- "He makkelijk naar Breda komen. Overigens geven deze gezelschappen de hier meer voorstellingen dan het Zuidelijk Toneel. Vroeger ont- zal ving men nog een programma, zodat men kon vaststellen hoeveel ke voorstellingen in en hoeveel buiten Brabant werden gegeven. De Hnj keuze van de stukken is naar sprekers mening overigens ook al het niet erg gelukkig te noemen. dig Resumerende wil spreker met de heer Mendes waardering op- vóc brengen voor het Brabants Orkest en voor het Brabants Conserva- in torium. De voorgestelde belangrijke subsidieverhogingen acht kun spreker in het licht van de begroting 1963 evenwel niet verant- daa woord. nie De heer VAN DER WERFF verwacht van de nieuwe regeling beg veel goeds. Voorheen was er eigenlijk geen overzicht. Thans zijn zal de levenskansen van de drie instellingen op een redelijke wijze lee veilig gesteld. Naar sprekers oordeel mag men deze instellingen in ook zien als een ruilobject voor de toekomst. Het is thans moei- zal lijk grote orkesten naar Breda te trekken. Als ons toneel en ons het Brabants Orkest kwaliteit hebben kunnen zij ook elders in het land ber optreden en in ruil zullen grote orkesten naar Brabant trekken. voc Spreker meent dat men overigens voorzichtig moet zijn met vas het subsidiëren van tekorten omdat er zo licht naar een tekort toe

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 540