542
12 DECEMBER 1962.
te verlenen subsidie binnen het kader van de in de provinciale be
groting uitgetrokken subsidiebedragen voor de instellingen zou kun
nen geschieden door ons college op basis van het advies van het
subsidiëntenoverleg"
Het is dus duidelijk dat reeds bij de begroting geprikt wordt op
het juiste bedrag. Spreker is het eens met de heren Van Casteren
en Kroon als zij er op aandringen te trachten een hogere subsidie-
bijdrage van de provincie te verkrijgen. Uiteraard is het een kwes
tie van een vraag aan een zijde en de mogelijkheden van de pro
vincie aan de andere zijde. Met de 45 <7o zijn we al een stap voor
uit. In ieder geval zal er op worden gewezen dat naar het oordeel
van Breda dit bedrag hoger zal dienen te zijn. We moeten overi
gens redelijk blijven.
Spreker is het met de heer Mendes eens dat de landelijke ont
wikkeling de toneelsituatie in het Zuiden steeds moeilijker maakt.
Dit is in deskundige kringen voldoende bekend. Het vastleggen
van data en stukken wordt steeds moeilijker.
De heer Van der Werff heeft met zijn "ruilobject" een bijzon
der goed argument voor de subsidiëring der gezelschappen aange
haald. Het gaat hier niet om alleen maar provinciale aardighe
den, er dient een redelijk minimum voor deze instellingen te
worden gegarandeerd. Natuurlijk moet men niet overdrijven en
willen streven naar het allerhoogste niveau.
De heer Kroon heeft een betoog "in mineur" gehouden; al is
deze term uit de muziek afkomstig, het betoog heeft spreker niet
als muziek in de oren geklonken. Het is niet zo dat de gemeente
in het subsidiëntenoverleg gevangen is. Er is een volledig mede-
spreken en men is niet gebonden aan de besturen van de instellin
gen. De vertegenwoordiging der gemeenten treedt zelfstandig op,
het zijn broeders in een gelijk gestemd gezelschap.
Men moet begrijpen dat de grote steden en de provincie tot
taak hebben de culturele voorstellingen in stand te houden op een
behoorlijk cultureel niveau. Dit is mede bepalend voor wat Breda
op cultureel niveau kan ontvangen. Denk aan de streekfunctie,
waarnaar de raad consequent blijft streven. Over de kwaliteit der
gezelschappen kan men van mening verschillen. Wat de een goed
vindt oordeelt de ander slecht. Dat de pers geen goede kritieken
heeft over het Zuidelijk Toneel moet spreker bestrijden. Zowel
landelijk als internationaal is men vol lof over het Zuidelijk To
neel.
De heer KROON is verheugd te moeten constateren dat hij
blijkbaar enige verkeerde opvatting heeft gehad als hij veronder
stelde dat men ongestraft de begrotingen zou kunnen overschrij
den. Spreker begrijpt dat de loonrondes in de subsidies moeten
worden opgenomen. In dit verband is het gewenst in de subsidie
bepalingen op te nemen dat het subsidie achteraf kan worden ver
hoogd als er loonrondes zijn geweest. Het is inderdaad de taak
van de raad in deze sector behoorlijke subsidies te verlenen. In
het verband van het subsidie-percentage van 45 van de provincie
heeft de wethouder er op gewezen dat de sprong voor de provincie
niet te groot mag zijn, maar de gemeenten moesten die grote