554 12 DECEMBER 1962. De heer KROON is van mening dat de wethouder hem noodzaakt nog even op de zaak terug te komen.Hij heeft n.l. gezegd dat het bestuur sabotage heeft gepleegd. Wethouder BASTIAENSEN heeft niet gezegd dat het bestuur de zaak saboteert. Hij heeft alleen te kennen gegeven dat hij niet aanneemt dat het bestuur een rechtmatig genomen besluit zal sa boteren. De heer KROON neemt, dit vernemende, gaarne zijn woorden terug. Overigens is zijn standpunt nog ongewijzigd. Het is toch het goed recht van het bestuur te trachten het subsidie bestendigd te zien. En het bestuur had het recht de directeur te ontslaan. De heer VIS heeft met het attenderen op de rechtspositie aller minst bedoeld vooruit te lopen op de afloop van het rechtsgeding. Het lijkt hem waarschijnlijk dat bij een gemeentelijke muziekschool een ontslag op het gebezigde argument niet mogelijk was geweest. Wethouder BASTIAENSEN deelt mede dat het huurcontract tot wederopzegging loopt. De opzeggingstermijn is drie maanden, tel kens ingaande op de eerste van de maand. Een vraag is hoede afloop van het subsidie moet worden gezien, Aan de sticnjing Bredase muziek- en balletschool is subsidie we ekend over het lopende jaar. Dit aspect dient nog eens goed be- eken te worden. Aan het ontslag van de directeur zit inderdaad een bestuurlijke kant. De zaak is nu sub judice en de overige overheid dient zich zo lang van een oordeel te onthouden. Burgemeester en wethouders staan op het standpunt dat direc teur en leraren van de huidige school de gelegenheid moeten heb ban naar een functie bij de gemeentelijke school te solliciteren. Het is uiteraard onmogelijk te zeggen dat iedereen, die aan de hui dige muziekschool is verbonden, wordt overgenomen. Juist op dit punt was het nuttig met het bestuur contact te kunnen hebben. Spreker heeft er geen behoefte aan met het seniorenconvent te gaan praten. Als de heer Melzer bedoelt daar details te kunnen vertellen dan denkt spreker dat er weinig nieuws komt. Alle raads leden zijn immers al schriftelijk of mondeling benaderd over deze kwestie. Als tenslotte de raad van oordeel is dat eerder dan 1 september a. s. met de gemeentelijke school moet worden gestart, dan zal spreker daaromtrent gaarne een duidelijke uitspraak vernemen. De VOORZITTER merkt nog wel op dat de datum van 1 septem ber uit een oogpunt van onderwijs en continuïteit toch wel zo lang mogelijk als streefdatum zou moeten worden vastgehouden. De wethouder zal toch nog eens een poging wagen om het be stuur tot andere gedachten te brengen. Iedere verandering in die datum roept voor deze school nieuwe vraagstukken op. De heer BROEDERS heeft geen bezwaar tegen 'de datum van 1 september 1963 mits het bestuur maar wil medewerken. Is dit niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 554