VOORTZETTING VAN DE VERGADERING VAN
12 DECEMBER 1962.
De VOORZITTER heropent de vergadering te 20.00 uur en stelt
aan de orde de behandeling van de gemeentebegroting 1963.
De heer BROEDERS zegt het volgende:
Mijnheer de voorzitter,
Het is voor de eerste maal in deze zittingsperiode, dat de raad
in nieuwe samenstelling, de begroting -in dit geval de begroting
voor het dienstjaar 1963- te behandelen krijgt.
In het antwoord op het centraal rapport spreekt Uw college de
verwachting uit, dat de goede relatie en samenwerking tussen de
raad en Uw college, -welke in het verleden is gebleken- ook in
deze pas aangevangen zittingsperiode kan worden voortgezet.
Er is alle reden om aan te nemen dat Uw college -en ook de
raad- daarop kan rekenen. Wel is de raad in september in nieuwe
samenstelling aangetreden, doch in de politieke verhoudingen
binnen deze raad hebben zich geen spectaculaire verschuivingen
voorgedaan, al mag onzerzijds met voldoening worden vastge
steld, dat de verkiezingsuitslag voor de K.V. P. alleszins bevre
digend was.
Bij de verkiezing van de wethouders bleek zeer duidelijk dat
de nieuwe raad bereid was alle vertrouwen te geven aan de aftre
dende leden van Uw college, terwijl ook bij de verkiezing van de
vijfde wethouder een grote eenstemmigheid kon worden geconsta
teerd. Dit alles wijst er m. i. op, dat een zekere continuïteit in
beleid èn in de goede verhouding tussen Uw college en de raad,
mag worden verwacht.
Bij het bestuderen van de begroting wordt men geconfronteerd
met een veelheid van vraagstukken die in onze gemeente aan de
orde zijn. Achter de dorre cijfers gaat een veelheid van werk
zaamheden schuil en in die cijfers komt ook tot uiting het beleid
dat gevoerd wordt. Als men daar even over doordenkt, beseft men
dat dit alles de voortdurende aandacht en werkkracht vraagt van
Uw college en de ambtenaren, werkzaam bij de gemeente, de
gemeentelijke diensten en de bedrijven.
Het belang van de gemeente en het welzijn van de inwoners
vergt de voortdurende zorg en inspanning van de plaatselijke over
heid.
Ik stel het op prijs Uw college hartelijk dank te zeggen voor
de leiding die U aan al dit werk geeft. Tevens wil ik uiting ge
ven aan mijn waardering en respect voor het vele werk dat werd
verricht door de hoofden van dienst, de directeuren van diensten
en bedrijven en het gehele personeel.
Het belang van de gemeente en het welzijn van de inwoners
wordt echter niet alleen gediend door de overheid en de overheids
functionarissen. De overheid kan aan de goede ontwikkeling van
de stadsgemeenschap leiding geven; bepaalde taken zelf ter hand
nemen; stimuleren en subsidiëren» Maar steeds blijft op vele ter-