12 DECEMBER 1962.
566
cent per inwoner.
Op basis van dit besluit werd voor 1962 een uitgave geraamd
van 11.200, -. Nu wordt, in afwachting van een nieuwe rege
ling, waarover vanmiddag gesproken is, een stelpost opgenomen
van f 35.000, -. De conclusie is, dat een sterk verhoogde uitgave
wordt verwacht.
Eenzelfde tendens treffen we aan bij de stichting "Het Zuide
lijk Toneel" en het "Brabants Orkest".
Het subsidie voor het Zuidelijk Toneel werd in 1956 vastgesteld
op 12 cent per inwoner en in 1958 tweemaal verhoogd tot respec
tievelijk 15 en 20 cent per inwoner.
Op basis van het laatste raadsbesluit werd vorig jaar een uitga
ve geraamd van 22.400,-. Nu wordt er een stelpost opgenomen
van 35. 000, -.
Bij het Brabants Orkest was de ontwikkeling als volgt. In 1949
werd het subsidie vastgesteld op 35 cent per inwoner en in 1956
werd dit verhoogd tot 75 cent per inwoner.
Vorig jaar werd een uitgave geraamd van 84. 000,- terwijl nu
een stelpost is opgenomen van 100.000, -.
Alleen voor deze drie instituten wordt een uitgave-stijging ge
raamd van 52.400,-, waardoor het totaal-subsidie -volgens de
raming- komt op 170.000, -.
Op het in deze te volgen beleid, ga ik niet nader in, gezien de
behandeling van Uw voorstel op de middagvergadering. Ik wil vol
staan met de volgende opmerkingen.
Uit het voorgaande blijkt overduidelijk, dat onze gemeente,
als centrum-gemeente, extra-lasten op zich moet nemen. Die
centrum-functie wordt bij het verlenen van de bijdragen ook alge
meen erkend.
Onze gemeente staat als centrum-gemeente voor een bijzon
dere opgave. Als gemeentebestuur zullen we die opgave positief
moeten aanvaarden. We dienen zelf bereid te zijn, de centrum
functie van Breda whhr te maken.
Wel dient er in overleg en samenspraak naar gestreefd te wor
den, dat deze functie van Breda door de omliggende gemeenten
wordt erkend en gewaardeerd.
Waar mogelijk zou dit ook kunnen gebeuren door inschakeling van
personen buiten onze gemeente.
Gezien de duidelijk aanwijsbare financiële consequenties -en
met nog meerdere voorbeelden is dit aan te tonen- dient echter
de centrum-functie van onze stad ook aan de inkomstenkant er
kend te worden, hetgeen zou kunnen gebeuren door verhoging van
het schaalbedrag per inwoner.
In het antwoord op het centraal rapport wordt -in verband met
de uitkoopverenigingen- gesproken over een nieuwe schouwburg
cultuur. Bij de behandeling van het voorstel over de uitkoopver
enigingen is gewezen op de betekenis van, wat we zouden kunnen
noemen, de gezelligheidsfactoren.
Ik ben het met deze opmerkingen eens. Mag ik U er dan nog
op wijzen, dat ook de samenstelling van de programma's van in
vloed is op de trek naar de schouwburg.
Hier ligt m.i. een taak voor de nieuwe directeur van "Concor-