575 12 DECEMBER 1962. vang onder de huidige omstandigheden niet verantwoord is. Bij de voorgestelde maatregelen zijn er een tweetal, die in mijn fractie bedenkingen ontmoeten: le. de verhoging van het tarief voor het ophalen van huisvuil. Nog maar kort geleden (namelijk in 1961) zijn deze tarieven verhoogd, van 2, - tot 6, - (voor de eerste emmer). De thans voorgestelde verhoging tot 9,84 wordt aangemerkt als een volgende stap bij het optrekken van dit recht tot de kost prijs, welke globaal te stellen is op 18,- per emmer. Her college van burgemeester en wethouders gaat er namelijk van uit dat bij dit onderdeel van de gemeentelijke dienstverlening gestreefd moet worden naar een tarief waarmede de kostprijs zoveel mogelijk wordt gedekt. Reeds in 1961 heb ik laten blij ken dat door mijn fractie dit standpunt niet wordt gedeeld. Afgezien nog van het feit dat dergelijke verhogingen naar verhouding een zwaardere belasting vormen voor de minst- draagkrachtige gezinnen dan voor de overige, is voor mijn fractie een belangrijk motief dat de reinigingsdienst als nuts bedrijf een andere plaats inneemt dan bijvoorbeeld het water leiding-, gas- of elektriciteitsbedrijf. Veel meer nog dan bij één van deze andere bedrijven is er ook een groot algemeen belang bij betrokken, de zorg voor de volksgezondheid. Dientengevolge zijn de reinigingsrechten meer te beschouwen als een normale belasting dan als tarieven voor een verrichte dienstverlening. Het is ook een algemeen belang dat door ieder gezin tenmin ste één vuilnisemmer wordt aangevraagd. De opmerking in de nota van aanbieding (pagina 31), dat de ervaring heeft geleerd dat het aanzienlijk verschil in tarief het nemen van extra emmers min of meer afremt met als ge volg dat in een aantal gevallen het op ongeoorloofde wijze ontdoen van huisvuil in de hand wordt gewerkt, pleit m.i. eerder tegen dan voor een verhoging van de reinigingsrechten, temeer omdat de vuilnisemmers door de inwoners zelf moe ten worden aangevraagd. 2e. de gelijkstelling van de tarieven voor levering van water door het gemeentelijk waterbedrijf aan de tarieven van de N.V. Noord-West-Brabantse Waterleidingmaatschappij, waardoor tevens de in 1957 ingevoerde tariefsegalisatie komt te ver vallen. Het gevolg van deze maatregel zal zijn een vrij aan zienlijke verhoging van de watertarieven. Doordat voor de kleine verbruikers een uniform tarief wordt ingevoerd (op zich zelf een juiste maatregel) inplaats van de kadastrale indeling in vier klassen, is de verzwaring van de lasten voor de be woners van woningen met 1, 2 of 3 vertrekken het grootst. Uit sociaal oogpunt is dit naar het oordeel van mijn fractie minder gewenst. Wij hebben dan ook het voornemen om bij de behandeling van het onderhavige voorstel een reductiere geling voor deze groepen verbruikers aan de raad voor te stel len. Tegen de achtergrond van de gehele financiële situatie van de gemeente en de daardoor noodzakelijke offers die van de burgerij worden gevraagd, is de verlaging van de opbrengst

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 575