601 13 DECEMBER 1962. aanvaard. Nu te zeggen dat het met die bierfeesten maar een vreem- fani de zaak is, komt spreker niet juist voor. Het is eenmaal zo dat het ofsi hele vermaaksleven tegenwoordig is gecommercialiseerd. Anoloog Wel hieraan is te zien dat de V. V. V. zich ontwikkeld heeft tot een toe, vreemdelingenindustrie. gaa Bij de bierfeesten zijn de industrie- en stadsbelangen parallel ^le: gaan lopen en in elkaar verweven geraakt. paa Spreker is het met degenen eens die zeggen er naar te streven Mei het peil van deze feesten op te voeren. De mensen moeten zich mei door de heersende sfeer thuis voelen en het moet niet voorkomen hen dat brooddronken jongelui hun stempel op de zaak zetten. Gepro- te beerd moet dus worden de feesten op hoger peil te brengen en te ifm houdendoor het brengen van sfeer, zoals die bijvoorbeeldbij Franse ben wijnfeesten heerst. De bierfeesten behoeven zeker niet te worden gjh, afgeschaft; er is geen enkele reden dit simpel vermaak te verbie- js t den. De overheid moet wel andere dingen toelaten zelfs die in zich die kwaad zijn; dit onschuldig vermaak komt voor een verbod geens- stiti zins in aanmerking. Wel is het gewenst dit volksfeest op peil te bren gen en moet worden bevorderd dat het al te carnavaleske van het dat begin wordt vermeden. ian De politie heeft natuurlijk individueel, zowel in het gebouw als De daarbuiten, moeten ingrijpen. Zij heeft verschillende malen rij- gar verboden opgelegd, doen dat meer dan het normale aantal verkeers- Dat ongelukken heeft plaats gehad, is gelukkig niet geconstateerd. wor Spreker stelt dat de feesten niet meer gevaren voor de goede miÉ zeden of voor het verkeer bieden dan andere feesten waar een men- fijn senmassa zich op min of meer primitieve wijze vermaakt. Hij is van mening dat hij met deze inleiding van de repliek van ruil het college van burgemeester en wethouders kan volstaan. vol naa Wethouder MEIJS zegt: dire het Het doet ons college genoegen, dat uit de gehouden algemene nan beschouwingen van alle fractie-voorzitters de conclusie kan worden in getrokken, dat het in de begroting 1963 voorgestelde algemene fi- dit nanciële beleid met instemming is ontvangen. Dat op onderdelen van dit beleid - welke noodzakelijk zijn om het voorliggende to- con taai-resultaat te bereiken - opmerkingen worden gemaakt was te me verwachten, temeer nu deze detailpunten direct en duidelijk wor den ervaren door de burgerij. voc De voornaamste inkomstenbron, waarop de gemeentebegroting gen steunt is weliswaar niet GQnkreet en tijdig genoeg te ramen. Enige ger onzekerheid ontstaat hierdoor, welke de beleidsbepaling bemoei- get lijkt. Daarom is de prognose 1962 moeten worden doorgetrokken. var Een prognose waarvan de onjuistheid inhet afgelopen jaar niet ge- col bleken is. Deze begrotingsopzet houdt risico's in, welke tot een aanvaardbare omvang zijn teruggebracht, terwijl het beschikbaar het zijn van een saldi-reserve tot een voldoende bedrag de nodige ach waarborg biedt. Het stemt tot voldoening, dat dit onderdeel van het financieel beleid unaniem wordt onderschreven. tuss De financiële verhoudingsregeling is nog niet perfect en op alle i9f onderdelen uitgewerkt. Met name niet het algemeen als zeer be- aar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 601