13 DECEMBER 1962. 602 langrijk aangemerkte onderdeel van de zogenaamde verfijningen. Ofschoon de nu concreet vastgestelde eerste verfijningsgrondslagen, welke voor Breda en de meeste andere grote gemeenten niet van toepassing zijn, niet spectaculair genoemd kunnen worden (het gaat in totaal om rond 9 miljoen gulden voor een betrekkelijk kleine groep van gemeenten)menen wij op dit punt toch wel be paalde verwachtingen te mogen uitspreken. Met name de honorering van de streekfunctie met de tevens daar mee verband houdende hogere lasten in de sector openbare wer ken, zal in een verfijningsgrondslag moeten worden gevangen, om te voorkomen dat het met de nieuwe financiële verhoudingsrege ling beoogde doel voor een aantal grotere gemeenten niet wordt bereikt. Erkend moet worden, dat een regeling op dit punt niet eenvoudig is te construeren, terwijl de raad voor de gemeente-financiën - die in dit opzicht een belangrijke rol vervult - nog een jong in stituut is, dat enige aanlooptijd nodig heeft. Het doorwerken van de verfijningen zal uiteindelijk bewerken, dat de garantie-uitkering voor Breda volledig dan wel tot een be langrijkbedrag wordt omgezet in blijvende objectieve uitkeringen. De conclusie van de heer Vis, dat nog niet te voorzien is of Breda garantie dan wel limietgemeente zal zijn is niet helemaal juist. Dat de uitkeringen met terugwerkende kracht tot 1960 zodanig worden verhoogd, dat Breda komt te behoren tot de groep van li mietgemeenten is niet te verwachten. De later toe te passen ver fijningen kunnen niet leiden tot het worden van limietgemeente. In directe relatie met de financiële verhouding staat de ver ruiming van het plaatselijk belastinggebied. Wat dit betreft moet volkomen worden onderschreven, dat deze verruiming een zoge naamde vrije zoom moet scheppen voor de gemeenten, welke niet direct en volledig moet worden aangewend. Zou dit namelijk wel het geval zijn dan is de enige conclusie, dat de opzet van de fi nanciële verhoudingsregeling niet is bereikt. In het stadium waarin deze zaak thans verkeert is discussie over dit onderwerp overigens moeilijk en onvruchtbaar. Na deze algemene opmerkingen gaat spreker in op een aantal concrete vragen waarbij hij de volgorde van de gehouden alge mene beschouwingen zoveel mogelijk zal aanhouden. Door de heer Broeders wordt de aandacht gevraagd voor goede voorlichting van de burgerij over tariefsverhogingen van belastin gen of bedrijven, wijziging van incassomethoden e. d.. In het al gemeen over die zaken waarbij de burgerij direct op financieel gebied is betrokken. Medegedeeld kan worden dat dit onderdeel van de publieke voorlichting de bijzondere belangstelling van het college zal hebben. De plaatsing van de post "onderhoud gebouw Concordia" onder het hoofd "sport" is te zien als een "Schönheitsfehler" zonder enige achtergrond. De heer Vis legt in zijn algemene beschouwingen een relatie tussen de oorspronkelijke begroting 1961 en het rekeningsresultaat 1961 zoals dit bij wijze van raming is medegedeeld in de nota van aanbieding en vraagt hoe het belangrijke verschil is te verklaren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 602