613
13 DECEMBER 1962.
behandeling bij het betreffende hoofdstuk.
De heer Broeders zou uit welingelichte bron hebben vernomen
dat de rijkswerkplaats te Breda zou worden opgeheven. Ook het col
lege heeft dit bericht bereikt en het heeft naar aanleiding hiervan
reeds stappen ondernomen. Ook is door het college een argumen
tatie opgebouwd waarin de noodzaak voor Breda, wat de instandhou
dingder rijkswerkplaats betreft, wordt aangetoond. Gesprekken hier
over zijn reeds gevoerd met de commissie van advies van het ge
westelijk arbeidsbureau en het Breda's Industrieel Contact, terwijl
correspondentie wordt en is gevoerd met de hoofdinspecteur-direc
teurvoor de arbeidsvoorziening in Noord Brabant en de minister van
sociale zaken. Met de kamer van koophandel zijn reeds aktivitei-
ten ontplooid om de ongewenstheid van het betreffende besluit aan
te tonen. Persoonlijk heeft spreker contact gehad met de staatssecre
taris van sociale zaken en volksgezondheid. Deze bundeling van
aktiviteiten richtte zich op terugneming van het besluit.
In het gesprek met de staatssecretaris is komen vast te staan,
dat zijne excellentie begrip had voor de dezerzijds aangevoerde ar
gumenten. Het besluit zal vooralsnog geen uitvoering krijgen. Hij
zal de zaak opnieuw bekijken, waarna hij nog van zich zal laten
horen.
De heer Broeders heeft de kwesties arbeid van minder validen
en geestelijk gehandicapten aangesneden, speciaal wat betrof de
stichting Zonneschijn en de Kardinaal de Jongstichting.
Spreker kan hierop ingaan door mede te delen dat de besturen
van Zonneschijn en de Kardinaal de Jongstichting zeer recent be
sloten hebben tot bestuursconcentratie en samensmelting van beide
stichtingen. Hij meent deze ontwikkeling verheugend te mogen
noemen aangezien zij ongetwijfeld zal leiden tot emificatie in het
bestuursbeleid in deze sector, tot coördinatie en concentratie tevens
van de te ontplooien aktiviteiten. Hij is de betrokken besturen bij
zonder erkentelijk voor dit beleid, waarmee zij bewezen dat be
leidsombuigingen inde particuliere sector mogelijk zijn in open sa
menspraak met de overheid en op basis van vrijwilligheid. De heer
Broeders heeft nog opgemerkt als zou er op de werkplaats onvoldoen
de plaats zijn omdat 18 personen op buitensteedse werkplaatsen werk
zaam zijn. Bij nader onderzoek, zo vervolgt spreker, is echter ge
bleken dat de plaatsing van die 18 personen niet om ruimtelijke re
denen is gebeurd, doch om redenen van karakterologische- of psy
chologische aard. De plaatsingen hadden dus eigen achtergronden.
Spreker wijst er op dat er wel een terugvloeiing van aan te trekken
werkobjecten merkbaar is. Hij weet niet of de gevonden coördina-
tiedaarin misschien ook verbetering zal brengen. Hij zegt toe hier
op attent te blijven. Hij verwacht echter van de samensmelting der
beide instellingen een efficiënter werkwijze en hij zal de zaak met
belangstelling blijven volgen.
Wat de invloed van de nieuwe interimregeling voor invaliden zal
worden, is nog een vraag. De centrale overheid zal er verstandig
aandoen bij te sturen door over te gaan tot het invoeren van correc
ties op het beloningssysteem in de werkplaats.
Met de werkplaatsen en het revalidatiecentrum zijn onderzoe
ken ingesteld naar werkgelegenheid in de stad. Ook hier komt de