615 13 DECEMBER 1962. eigen benadering vragen. In dit verband wil spreker een compli ment aan het bestuur van de B. I. M. Z. laten horen voor het be paald modern inzicht wat wordt getoond. In dit verband wil spreker hieraan nog toevoegen dat de kosten van levensonderhoud zijn gestegen terwijl door de heersende wel vaart de consumptiemogelijkheden en behoeften, eveneens stijging ondergingen. Spreker meent dat na de eerste vraagstelling als antwoord kan worden gesteld dat tegelijkertijd met het geconstateerde overschot der sociale regelingen de eventuele hogere kosten, voortvloeiend uit de nieuwe algemene bijstandswet uit dit overschot geheel of gedeeltelijk kunnen worden gedekt. De verbetering van de bijstand appelleert immers aan ieders bewustzijn. De overheid moet zich aan de algemene bijstand veel gelegen laten liggen. Daarom moeten naar sprekers mening de betrokken gelden niet aan de gemeentemiddelen worden toegevoegd door ver laging van het subsidie aan de B, I. M. Z. doch moeten zij in de sociale sector worden gelaten, waardoor indien mogelijk, het be leid bijgestuurd kan worden. Dat wil nu ook weer niet zeggen dat spreker zou willen dat avant-gardistisch zou moeten worden ge handeld of dat nu reeds met het toepassen van de nieuwe normen van de algemene bijstandswet moet worden begonnen. Hierover doet spreker liever geen uitspraak, daarvoor is de zaak nog niet voldoende uitgepraat. Spreker zou graag het standpunt van de raad in dit opzicht we ten. In de B. I. M. Z. is dit onderwerp reeds vanuit een eigentijds inzicht, zeer deskundig en uitvoerig behandeld. Spreker meent dat het behandelde inde algemene beschouwin gen wat hem regardeert met deze algemene opmerkingen is be sproken, Bij de behandeling van de desbetreffende hoofdstukken bestaat nog gelegenheid op de onderscheiden punten in te gaan. Wethouder VERMEULEN gelooft dat de fractie-voorzitters het hem bijzonder gemakkelijk hebben gemaakt. Na hetgeen reeds door de voorzitter en de andere wethouders is beantwoord, resteert voor hem alleen nog maar het onderwerp, woningbouw en bouwbe leid. Het is hem opgevallen dat allerwege waardering bestond voor wat gemeentebestuur en ambtenaren binnen de landelijke moge lijkheden hebben gerealiseerd door te trachten te bouwen wat er te bouwen was. Hij wil als wethouder deze waardering onderstrepen en prijst de slagvaardigheid waarmede de ambtelijke instanties be reikten wat maar enigszins mogelijk was. Op het landelijk bouw beleid heeft spreker wel kritiek doch hij wil zich daarvan hier dis- tanciëren. Het landelijk beleid is uiteraard van betekenis voor wat men in Breda kan doen, Breda is nu voornemens en dit op instagnatie van de centrale overheid, tot continubouw over te gaan om zo te ko men tot een groterewoningproduktie inde komende drie jaren.De ze bouw heeft meerdere facetten; een ervan is dat voor een bepaal de groep van ondernemers de bouw minder aantrekkelijk is. Wan neer in de bouwwereld over continubouw wordt gesproken, heeft men meestal systeembouw en arbeidsbesparende methodebouw op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 615