13 DECEMBER 1962. 620 was. Hij heeft dit sportief opgenomen en lachend gelijkgegeven. Hieruit mag weer niet worden geconcludeerd dat Breda nu al vol gend jaar in de eerste klas wordt opgenomen. In de loop der tijden is Breda altijd net buiten de normen gevallen. Als gewezen werd op het feit dat Breda een behoorlijk grote stad was met een belang rijke centrumfunctie ten aanzien van onderwijs e. d.dan bleek Breda toch altijd net iets onder de gestelde norm te liggen. Toen er dezerzijds op werd gewezen dat de le klas gemeenten Assen, Wageningen en Heerlen toch veel kleiner waren dan Breda, ant woordde de minister dat deze gemeenten door zijn voorgangers fou tief in de le klas werden ingedeeld. Hij wilde Breda niet bij die fouten voegen. De minister en zijn assistent legden vooral de na druk op het verband met de C.A.O. 's. Vroeger was dit juist omge keerd. Het standpunt dat vanuit het bedrijfsleven de reclassificatie verdedigd moet worden, is nog steeds geldend. Tot op heden heeft het Bredase bedrijfsleven niets in deze richting ondernomen. Re- classificatie houdt immers een verbetering van de collectieve ar beidsovereenkomsten in. Tenslotte heeft zijne excellentie, en beschouw dit als een vrien delijkheid, gezegd dat hij met zijn collega van sociale zaken, die ook uit Breda afkomstig is, deze zaak in de stichting van de ar beid weer aan de orde zal stellen. Spreker zegt dat dit in het kort het verslag is van het onderhoud dat in verband met de onderhavige kwestie met de minister werd gevoerd. Spreker meent dat hij alle vragen door de sprekers gesteld op een na heeft beantwoord. Deze ene vraag betreft de organisatie deskundige, waarover de heer Melzer inlichtingen heeft gevraagd. De heer MELZER meent dat hij dit niet is geweest. Wethouder VAN BUNEN zegt te menen dat het toch de heer Melzer was die hieromtrent vragen heeft gesteld. De heer MELZER zegt dat de heer Van Bijnen gelijk heeft. Wethouder VAN BUNEN zegt deze vraag met opzet tot het laat ste te hebben bewaard omdat het geen eenvoudige zaak is waar het hier om gaat. In het verleden verleende een externe organisatie deskundige zijn diensten aan de gemeente. Hij had slechts onvol doende gelegenheid alle zaken uit te diepen. Met deze wijze van het benaderen der problemen was het college niet tevreden. Het niet tevreden zijn betekent niet dat al een oplossing is gevonden. Spreker stelt dat is te kiezen uit incidentele onderzoekingen of uit het aantrekken van een interne organisatiedeskundige. In beraad van het college is deze zaak nog niet geheel uitgepraat. Een der gevolgen van dit beraad is de geplaatste advertentie voor het ver vullen van de functie van secretaris van de directeur van openbare werken, die zich ook met organisatorische vraagstukken moet be zighouden. Tot slot wil spreker de raad zijn dank betuigen voor de welwil lende houding die men ten opzichte van de benjamin van het col-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 620