62 17 JANUARI 1962 INVESTERINGSNOTA Nu door objectivering van de maatstaven voor de verdeling van de in het gemeentefonds vloeiende middelen door de inwerkingtreding van de financiële-verhoudingswet een overzicht mogelijk is van de nu en in de nadere toekomst te verwachten inkomsten van de gemeente, hebt U niet geaarzeld om t.a.v. het investeringsbeleid de koers radicaal te wijzigen. Van een door de omstandigheden gedwongen wat ik zou willen noemen opportunistisch beleid, d.w.z. van jaar tot jaar bezien welke de mogelijkheden waren en dan te doen wat te doen viel, waarin niette min veel tot stand is gebracht, stapt U nu over op een gericht beleid voor een groot aantal jaren. En wel voor een periode zo groot, dat velen van ons het eindresultaat niet meer zullen beleven. Ik acht dit beleid een zaak, die getuigt van wijs inzicht en U komt hiermede tegemoet, naar ik aanneem, aan de wensen, die in de raad leven. In uw nota geeft U niet alleen een inventarisatie van vele bij ons levende wensen, maar U geeft ook aan de realisering daarvan bepaalde prioriteiten. Nu kunnen wij zowel over de inventarisatie van de plannen als over de aangegeven prioriteit van mening verschillen en daarover discussiëren. Bij de inventarisatie van de verschillende wensen valt het op, dat geen aandacht is geschonken om aan de behoefte van het moderne toerisme tegemoet te komen door aanleg van een camping-terrein. De ligging van onze stad temidden van bossen en in de nabijheid van de Belgische grens zijn een waarborg, dat vele toeristen hun weg naar onze stad zouden vinden, indien er een behoorlijk geoutilleerd terrein aanwezig was, waar zij voor kortere of langere tijd in letterlijke zin hun tenten zouden kunnen opslaan. Hierbij dient ook gedacht te worden aan de mogelijkheid tot stichting of althans beschikbaar stellen van een ruimte, geschikt voor jeugdherberg. Wanneer voor beide een gelegenheid gevonden zou kunnen worden in de omgeving van Wolfslaar, is het bovendien niet ondenkbaar, dat hier door de bedrijfsresultaten van Wolfslaar gunstig beïnvloed zouden worden. Een en ander is naar mijn mening zeker een overweging waard en zou wellicht in het plan C nog een plaatsje kunnen vinden. Jammer vind ik het, dat de bouw van een schouwburg in het prioriteits schema zo ver naar achteren geschoven is. Dit heeft tot resultaat, dat wij nog 10 jaar moeten wachten op een voorrecht, dat andere kleinere gemeenten (b.v. Gorinchem) nu reeds bezitten, n.l. een goed geoutilleerde schouwburg. Tenzij reeds vroeger particulier initiatief de steun verdient van de gemeente om het gebouw Concordia tot een moderne schouwburg om te vormen en daardoor een gemeentelijke schouwburg overbodig zou maken. Maar dat is iets waar ik nauwelijks op durf te hopen. Hoewel ik betreur, dat de bouw van een schouwburg eerst in 1971 een feit kan zijn. ben ik realist genoeg om te beseffen, dat de mogelijkheden, jammer genoeg, niet gunstiger liggen. Er bestaan alleen mogelijkheden om te schuiven en in dit verband zouden wij moeten kiezen óf eerst een schouw burg en dan pas een gemeentehuis óf andersom. De argumenten, die pleiten voor hogere prioriteit van de schouwburg, zijn naar mijn smaak daarvoor niet zwaar genoeg. Misschien niet geheel aan de orde op dit moment, wil ik toch niet nalaten nog op te merken, dat de exploitatie van een gemeentelijke schouw burg jaarlijks een belangrijke bijdrage zal vragen van de gewone dienst. Dit geldt trouwens ook voor het betrekken van het nieuwe gemeentehuis. Acht U de jaarlijkse uitzetting van het budget van de gewone dienst daartoe toereikend? De vraag rijst of het niet economischer is en ook voor het publiek, dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 62