625 13 DECEMBER 1962. op gewezen dat er bij het bedrijfsleven kennelijk weinig animo bestaat in deze stappen te ondernemen. Spreker vraagt zich af of de gemeente het niet te ver zoekt; zou plaatselijk overleg met de B.I.C. niet veel nuttiger kunnen zijn Inzake het aantrekken van een organisatiedeskundige is nu gebleken dat het in de bedoeling ligt bij de dienst van openbare werken een directiesecretaris te benoemen, die voldoet aan eisen, op dit terrein te stellen. Ook de sociografische dienst is al bij openbare werken ondergebracht. Spreker vraagt zich af of het niet beter is zowel de organisatiedeskundige als de sociografische dienst op de gemeentesecretarie te plaatsen. De heer VIS dankt eveneens voor de uitvoerige behandeling van de vele vragen, die in eerste instantie zijn gesteld. Spreker gaat er mede akkoord dat over het systeem van begro tingsbehandeling overleg in het seniorenconvent zal plaats hebben. Het behandelen van diverse nota's tezamen met de begroting heeft voordelen bij de beleidsbepaling. Het gevaar dreigt wel dat de nota's zelf in de verdrukking komen. Daarom lijkt het toch beter belangrijke nota's in de gewone raadsvergaderingen te behandelen. Spreker heeft in dit verband een opmerking van persoonlijke aard; door het vele werk dat deze begroting met zich brengt, tezamen met die van het eigen werk, is de voorbereiding toch niet geworden zoals deze wenselijk ware. Spreker had nog gaarne bij de algemene beschouwingen diverse zaken willen behandelen, die nu zijn weggevallen. Spreker heeft over de nieuwe samen stelling van de raad niet gesproken, de ontwikkeling was overi gens in dit gezelschap genoegzaam bekend. Een ander vraagstuk, waaraan spreker niet meer was toegekomen, betrof de fluoridering van het drinkwater. Spreker had daarover in eerste instantie meer kunnen zeggen; wethouder Van Boxtel heeft reeds een zeer uitvoerig antwoord gegeven. Spreker had over dit vraagstuk reeds twee jaar geleden vragen gesteld en ook nu is hij weer schuldig aan de in net centraal rapport op dit punt gestelde vragen. Spreker is er zich volkomen van bewust dat het een zeer moeilijke zaak is. Hij wil er nu niet te veel van zeggen; hij heeft begrip voor de verstandige wijze waarop wethouder Van Boxtel de zaak heeft behandeld. Spreker wil wel de nadruk leggen op de uitspraken van wetenschappelijke instan ties als de Maatschappij voor Tandheelkunde, de Maatschappij tot Bevordering van de Geneeskunst.de Maatschappij voor Phar- macie, welke alle een zeer positief standpunt hebben ingenomen. De fluoridering is ook warm aanbevolen door de wereldgezond heidsorganisatie. Er is inderdaad het gevaar dat aan de ene zijde de weten schappelijke opvattingen staan en aan de andere zijde een zekere emotionele benadering, die voor de oplossing van dit vraagstuk niet zeer gunstig is. Met nadruk wijst spreker er op dat er van wetenschappelijke zijde een zo veel betere en positieve bena dering bestaat. Door de landelijke overheid wordt er geen dui delijk beleid gevoerd, al regardeert dit een overigens zeer ach-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 625