13 DECEMBER 1962.
626
tenswaardig minister. De verantwoordelijkheid is nu gelegd bij
de plaatselijke overheden. Spreker is blij met de toegezegde in
formele vergadering over deze kwestie-
Spreker wil nu reeds zeggen dat hij deze zaak positief wil bena
deren, al is zijn definitief standpunt nog niet bepaald.
Wat betreft de subsidies, waarover zowel de heer Melzer als
de heer Kroon - en deze uitvoerig - bij de algemene beschouwin
gen hebben gesproken, kan spreker zich zeer wel bevinden bij de
daarop door burgemeester en wethouders gegeven antwoorden.
Inderdaad dient elke subsidie opzijn eigen merites te worden be
oordeeld. Men moet er geen schabloon van maken. De raad dient
de subsidies zeer kritisch, doch positief te bezien. In deze stad
zijn verschillende zaken aan de orde, die in de komende tijd
voor een belangrijke uitbreiding staan. Daarom spreekt de bena
dering van dit vraagstuk door burgemeester en wethouders zeer
aan.
De heer Kroon heeft de bierfeesten een gelukkige vondst
genoemd en de voorzitter heeft daarop van antwoord gediend,
en gesteld dat hij weinig waardering kan opbrengen voor de wat
navrante tegenstelling Bierstad - Oranjestad; daarnaast is er een
iets te zoetelijke tegenstelling gecreëerd door de Haagse hopjes
in het geding te brengen. Spreker meent dat het niet gaat om
het Breda-bier, maar om het gebruik van de naam Breda-bier-
stad. Spreker kan zich goed voorstellen dat een bedrijf Breda
als naam voor zijn bier gebruikt, maar dat men de naam van
Breda door een reclame-campagne zo naar voren schuift als nu
het geval is, acht spreker minder te waarderen. Men wil door
middel van bierfeesten Breda bierstad maken. Als men in dit op
zicht vergelijkingen wil treffen met andere steden dan wil spre
ker wijzen op tradities van lange jaren. Een van sprekers fractie
genoten zal zelf nog op dit punt terugkomen.
Spreker adviseert in deze voorzichtig te zijn en hij zou het
kunnen waarderen als men dit alles van de zijde van de betrok
ken onderneming nog eens zou willen bezien. Er zijn nog wel
andere mogelijkheden om reclame te maken en de zomerfeesten
bieden daartoe voldoende gelegenheid. Spreker wil in dit ver
band toch vooral op de gevaren voor de jeugd wijzen; overmatig
gebruik van bier is voor deze jeugd funest.
De over het W. E. B. -rapport gemaakte opmerkingen geven
spreker nog aanleiding hierover iets te zeggen. Spreker heeft er
al op gewezen dat Breda hierin niet helemaal geplaatst is in over
eenstemming met zijn dominante plaats in dit gewest.
Er is te eenzijdig gewezen op de economische potentie van het
grote vaarwater. Deze zal zeker wel groter zijn dan Breda te
bieden heeft, maar Breda is door zijn goede infrastructuur ook
niet te onderschatten. Spreker hoopt dat in het gesprek met Rot
terdam hierop voldoende nadruk zal worden gelegd.
Spreker betreurt het in elk geval dat naast de betekenis van
het grote vaarwater niet is gewezen op de grote mogelijkheden,
die Breda zeker heeft.
Met betrekking tot het binnenstadsplan is de bedoeling niet
anders geweest dan een enkel onderdeel nog eens opnieuw te