627
13 DECEMBER 1962.
bezien. In sprekers fractie is namelijk de vraag gerezen of er nog
wel behoefte is aan een bepaalde weg, omdat ae gehele verkeers-
ontwikkeling iets anders is uitgevallen dan destijds werd verwacht.
Wanneer nu het aankoopbeleid in het geding wordt gebracht moet
spreker stellen dat hij juist niet aan het plan voor dat deel van de
Catharinastraat wil raken. Het gaat evenwel om de weg van de
ingang van de Catharinastraat naar de Cingelstraat. Dit wegge
deelte ware opnieuw in studie te nemen en hierover zal spreker
nog eens gaarne het oordeel van burgemeester en wethouders ver
nemen.
Wethouder Meijs heeft een aantal opmerkingen gemaakt over
de financiële situatie van de gemeente. Wat betreft de verho
ging van de reinigingsrechten heeft de heer Broeders kennelijk
meer begrip opgebracht dan de wethouder. Deze is namelijk maar
weinig ingegaan op de argumenten die spreker in eerste instan
tie heeft gebruikt. Gezien in samenhang met de verhoging van
de watertarieven betekent de verhoging der reinigingsrechten voor
sommige gezinnen een groot financieel offer. Men moet hierbij
niet vergeten - en dit is ook bij de bespreking van het huisvestings
beleid al wel gebleken - dat er heel wat gezinnen zijn die een
tamelijk hoge huur moeten betalen in verhouding tot hun inko
men. Dit is voor bepaalde gezinnen een vrij ernstige zaak.
De wethouder is te weinig ingegaan op de algemene beteke
nis van het reinigingsbedrijf; het is een andersoortig bedrijf dan
de nutsbedrijven. De volksgezondheid heeft er ook mede temaken.
Spreker is dan ook van oordeel dat het niet zonder meer zo be
hoeft te zijn dat deze dienst rendabel is. Spreker heeft met waar
dering kennis genomen van het standpunt van de heer Broeders
dat iedere nieuwe verhoging afzonderlijk dient te worden bezien.
Spreker moet er nu reeds voor waarschuwen dat verdere verho
gingen in korte tijd niet de steun van sprekers fractie zullen krij-
en. Thans is sprekers fractie wel bereid om mee te gaan om-
at men het grote belang van een sluitende begroting onder
schrijft. Het is natuurlijk niet aantrekkelijk, zeker niet omdat een
geringe overschrijding van de begroting in de huidige onzekere
omstandigheden niet op al te grote moeilijkheden zal stuiten.
Wat betreft de watertarieven blijft de fractie van oordeel dat
de verhoging voor gezinnen, die een-, twee- en driekamerwo
ningen bewonen, te hoog is. Het moge al zo zijn dat niet allen,
die deze woningen bewonen, op sociale zorg zijn aangewezen,
het is toch juist hiervoor een zekere reductie toe te passen. Ho
pelijk is dit toch een aflopende zaak omdat de betrokken huizen
vermoedelijk binnen afzienbare tijd zullen zijn gesloopt. Het
principe van gelijke lasten voor gelijke diensten behoeft niet te
worden aangetast maar er dient een overgangsbepaling te komen
in verband met de voor velen te grote sprong in de tarieven.
Wethouder Bastiaensen heeft gewezen op de belangrijke taak
die Breda ook als streekcentrum ten opzichte van de cultuur heeft
te vervullen. Toen gesproken is over de resultaten van een onder
zoek naar de politieke kennis bij studenten is er opgemerkt dat
men dit het onderwijs niet euvel mag duiden. Spreker is het daar
mede niet eens. Het onderwijs moet opleiden voor deze maat-