637
13 DECEMBER 1962.
juist wel gewenst dat dit uiteindelijk wel het geval zal zijn. El
ders is er een zelfde streven. Burgemeester en wethouders willen
met de raad dit streven niet overhaasten. Er moet bij verdere ver
hogingen van een werkelijke noodzaak sprake zijn.
De watertarieven komen direct na de algemene beschouwingen
aan de orde en het zou voorbarig zijn er nu veel van te zeggen.
De heer Melzer heeft niet zo veel vertrouwen in de "verfij
ningen" in het kader van de financiële verhouding rijk-gemeen
ten. Spreker laat in het midden of de verbeteringen terzake nu
in hun totaal moeten worden gezien dan wel in het kader van de
verfijningen, het is een feit dat nog vele gemeenten met een
niet-sluitende begroting worstelen en spreker heeft er toch wel
alle vertrouwen in dat de regering al het mogelijke zal willen doen
om deze moeilijkheden tot een oplossing te brengen.
Wethouder BASTIAENSEN wil in het verband van hetgeen is
opgemerkt inzake school- en beroepskeuze ook nog wel wijzen
op de financiële consequenties. Een oplossing moet voor iedere
opvatting aanvaardbaar zijn. Als er kritiek is geweest over het
gebrek aan politieke kennis bij de studenten heeft spreker-bedoeld
dat het onderwijs in het algemeen hiervoor niet verantwoordelijk
gesteld kan worden.
Het vragen van een extra bedrag bij het lenen van boeken lijkt
spreker niet noodzakelijk als er door de leden van een biblio
theek-vereniging al een vast bedrag betaald wcrdt. De besturen
hebben trouwens toch al de grootste moeite het ledenbestand op
te voeren. Zouden meerdere leden van de raad de mening van
de heer Melzer op dit punt delen, dat het gewenst is de betrok
ken besturen op dit punt een aanwijzing te geven, dan zal spre
ker dit tijdens de verdere behandeling van de begroting wel ver
nemen.
Wat de subsidiesector betreft is het duidelijk dat een korting
van bijvoorbeeld 10% niet mogelijk is. Voor bepaalde instituten
geldt dat het subsidie integraal moet worden gegeven öf niet.
Voor het Brabants Orkest zou een dergelijke korting bijvoorbeeld
de dood betekenen.
Wethouder VAN BOXTEL wil zijn toezegging omtrent de in
formele behandeling van het fluorideringsvraagstukin zoverre nog
concretiseren dat dit niet vdór najaar 1963 het geval zal zijn.
Verder dat het niet het voornemen is van burgemeester en wet
houders met een voorstel te komen, maar wel om een gedach-
tenwisseling over dit onderwerp te hebben.
In het verband van het huisvestingsbeleid heeft de heer Vis het
regeringsbeleid ter sprake gebracht. Hij zal daarover nog wel
eens in de koffiepauze discussiëren, maar niet in de raadsverga
dering.
De ellende van de woningnood is groot en men heeft soms de
grootste moeite de zaak niet in het emotionele vlak te trekken.
In elk geval dient ook de leefbaarheid van de stad in het oog te
worden gehouden en spreker gelooft dat van een stadsbestuur niet
anders mag worden verwacht.