13 DECEMBER 1962.
638
Wat het resultaat van het overleg met de institutionele beleg
gers betreft, merkt spreker nog op dat op basis van een goed ge
sprek veel te bereiken is. Maar als stok achter de deur is er nog
de woonruimtewet, welke zeker in geval van noodzaak zal wor
den toegepast.
Spreker is er over verheugd dat hij de opmerking van de heer
Melzer inzake de kruisverenigingen blijkbaar verkeerd heeft be
grepen. Het was in het geheel geen vreemde vraag.
Als gesproken is over de huisvesting van degenen, die bij het
militair onderwijs zijn betrokken, moet spreker opmerken dat
dit een netelige zaak is. Met de legerautoriteiten is hierover
verschillende malen gesproken. Zij vragen van de gemeente bij
zondere toezeggingen, maar er is niets wisselvalligers dan mu
taties in het leger. De gemeente wil wel helpen als de militaire
instanties maar voor extra contingenten zorg willen dragen.
Tenslotte is spreker blij met de reactie van alle fractie-voor
zitters op het verzoek om een standpunt te bepalen met betrek
king tot de begroting van de B. I. M. Z.
Voor burgemeester en wethouders heeft dit een bepaalde klank
bij hUn beleidsvorming, behoudens eventuele andere geluiden
bij het betrokken hoofdstuk. Spreker constateert dat in Breda alle
fractievoorzitters progressief zijn.
Wethouder VERMEULEN heeft in de raad eenstemmigheid over
het plaatselijke bouwbeleid geconstateerd.
Bij de beoordeling van het probleem van woningen met lage
huren moet men zich er toch rekenschap van geven dat het ook
niet meer mogelijk is bij woningwetwoningen tot deze lage hu
ren te komen. Voorts is er het probleem hoe woningen zonder
overheidssteun te bouwen tegen huren die nog opgebracht kunnen
worden.
In het verband met de continubouw is gesproken over meer
jarige contingenten. Dit laatste is niet het geval. De rijksover
heid wil wel toezeggingen doen voor een aantal jaren.
Overigens handhaaft men landelijk een limiet van 90.000 wo
ningen per jaar. Men moet zijn plannen op deze begrenzing af
stemmen. De vraag is of er niet een soepeler wijze van toewij
zingsbeleid moet komen.
De meeste fractievoorzitters hebben blijk gegeven dat zij
sprekers stellingname met betrekking tot het inschakelen van
de kleine bouwers kunnen delen. Naast een sociaal, heeft dit ook
een economisch aspect. Juist bij deze ondernemers komt door de
contingentering dikwijls onderbezetting voor. En deze drukt weer
op de bouwkosten. Spreker gelooft dat het produktieverhogend
werkt als we er voor de kleine bouwers in kunnen slagen con
tinuïteit in de bouw te garanderen. Spreker hoopt ook bij de over
heid in deze begrip te ontmoeten.
Wethouder Van Bijnen zal de heer Broeders beantwoorden
met betrekking tot de organisatiedeskundige.
De heer Broeders heeft bepaalde conclusies getrokken met betrek
king tot de bezetting van een staffunctie bij de dienst van open-