14 DECEMBER 1962.
655
te moeten hebben om in deze gevallen de gevraagde gelden hier
voor te verschaffen. De mensen die uitkering ontvangen, hebben
geen cent te veel en kunnen hiervan geen voorschotten terug-be
talen, ook al worden hiervoor wekelijks maar kleine bedragen in
gehouden. Dit moet ten enenmale gaan ten koste van andere
noodzakelijke levensbehoeften.
Spreekster stelt vast dat, wanneer men wekelijks wordt geconfron
teerd met de misère van een bepaalde groep van de bevolking, en
dan wordt de B. I. M. Z. er nog maar op papier mee geconfron
teerd, men toch wel tot de conclusie moet komen, dat er op dit
gebied nog veel verbeterd dient te worden.
Zij zou dus graag zien, dat het bedrag, wat beschikbaar komt over
1963 door de nieuwe invaliditeitsregeling en nog enkele andere
regelingen, ter beschikking blijft van de B. I.M.Z.
De heer VAN DER WERFF vraagt zich af, of een gemeentebe
stuur zich steeds, waar mogelijk, met nieuwe bezigheden moet
belasten Neen,'natuurlijk niet.
Moet een bestuur echter taken ten algemene nutte aan zich trek
ken en de uiterste doelmatigheid betrachten of in over leg met par
ticulieren doen betrachten teneinde uitgaven zo efficiënt moge
lijk te besteden! Natuurlijk wel.
Hoe ziet een liberaal de plaats van de kerk bij het maatschappe
lijk werk Uiteraard zal hij waardering hebben en ook éen over
tuiging moeten hebben voor wat de laatste jaren gepoogd en zelfs
wat tot stand gebracht is, hoewel dat elkaar natuurlijk niet ge
heel dekt.
Er ontstaat echter in de huidige maatschappij een steeds groter
variatie in levensbeschouwing: voor sommigen zijn dit de tekenen
van een zorgelijk desintegratie-proces, voor anderen een zich af
firmeren van de individuele mensenrechten.
Dient nu de overheid deze bredere basis als gevolg van dit secu
larisatie-proces te erkennen Haar steun bij dit proces te verle
nen of de nieuwe - zeker nog niet statische - situatie te negeren.
Dat laatste mag natuurlijk nooit. Dat gebeurt ook niet: denkt U
bijvoorbeeld maar aan de bij nota indertijd door de minister aan
gebrachte wijzigingen en aanvullingen bij wetsontwerp 5350 in
dit opzicht, wijzigingen, die in de tweede Kamer ook door de
meerderheid al aanvaard zijn,zegt spreker. Voor de niet-insider:
dat betreft dus de mammoetwet en het opnemen van een artikel
over geloofs- öf levensovertuiging c.q. levensbeschouwing bij het
openbaar onderwijs^
Spreker acht dit open standpunt van alle politieke groeperingen,
ook die met confessionele binding, bijzonder vruchtdragend voor
de toekomst van de Nederlandse gemeenschap. Een universele
erkenning van dit standpunt en van de gedachte, dat maatschap
pelijk werk staatstaak is, juicht hij natuurlijk toe. Dat is voor
een liberaal des te gemakkelijker, omdat Thorbecke daarin reeds
in 1851 - uiteraard in het kader van zijn tijd slechts t.a. v. de
"openbare onderstand" - is voorgegaan.
Dat is toen in de door hem voorgestelde vorrn door felle kerke
lijke reacties en misverstanden mislukt. De huidige erkenning van