14 DECEMBER 1962.
661
viesraad voorgesteld is
Nog zou hij een opmerking willen maken omtrent de relatie
van deze en soortgelijke commissies tot de gemeenteraad. Ligt
het in Uw bedoeling de raad periodiek van de gang van zaken in
deze commissie op de hoogte te stellen Een regelmatig verslag
van werkzaamheden zou de raad in principe de mogelijkheid bie
den om zich eveneens over de hoofdlijnen van het sociale beleid
uit te spreken.
De heer NIEUWLAAT sluit zich aan bij de vorige sprekers, die
hun waardering hebben uitgesproken voor de nota maatschappelijk
werk in Breda. Spreker heeft ook waardering en hij dankt ook de
samenstellers van de nota "de organisatie van het katholiek maat
schappelijk en charitatief werk Breda" welke nota in opdracht van
het katholiek sociaal centrum is gemaakt. Hij wenst enkele be
langrijke zaken aan te stippen, waarover inde stedelijke commis
sie van overleg vruchtbaar kan worden overlegd.
Een uitvoerige beschrijving inzake probleem-gebieden en gezin
nen inde diverse aglomeraties van de stad.De benaming onmaat-
schappelijkheidsbestrijding acht spreker minder juist, omdat hier
door associaties worden opgeroepen met verdelging. In dit verband
acht hij de suggestie om te komen tot een gemeentelijke com
missie probleem-gebieden en een gemeentelijke commissie be
jaarden bijzonder wenselijk. Bijzonder verheugend vindt hij de
wens om te komen tot een stedelijke commissie van overleg maat
schappelijk werk. Verder vraagt hij bijzondere aandacht voor een
vaste financiële basis, welke afhankelijk gesteld dient te worden
van de vraag hoe de coördinatie in eigen kring zich zal ontwikke
len. Ook acht spreker de vraag of in Br-éda al dan niet een sociaal
onderzoek moet plaats vinden belangrijk. Bijzonder belangrijk is
de stimulering van gemeenschapshuizen, waarbij ook aandacht
geschonken dient te worden aan een unificatie inzake de exploi
tatie van deze gebouwen. De gedachte om naast de sociale gids
te komen tot een periodiek, waarin beroepskrachten en vrijwilli
gers kennis kunnen nemen vande ontwikkeling van het maatschap
pelijk werk te Breda acht spreker gelukkig.
Kortom voor de getrokken conclusies en ae gedane aanbevelingen
in het rapport heeft hij veel waardering. Wel is hij vervuld met
enige bezorgdheid voor de coördinatie en samenwerking. In het
rapport van net katholiek sociaal centrum wordt een kritische in
stelling gemist ten aanzien van de gegroeide situatie, zegt het ge
meentelijk rapport. Spreker gelooft.dat de bezorgdheid voor coör
dinatie en samenwerking, die tot uitdrukking komen in de con
clusies en aanbevelingen in zich al inhouden een kritische instel
ling en bezorgdheid ten aanzien van de gegroeide situatie.
Spreker veroorlooft zich een tweetal opmerkingen ten aanzien
van het rapport van de gemeente.
Ten aanzien van het particulier initiatief gelooft hij dat in het
rapport voldoende tot uitdrukking is gekomen dat de immateriële
bijstand primair de zorg is van het kerkelijk en particulier initia
tief met een subsidiaire zorg van de overheid, tenzij de mens in
nood hulpverlening door de overheid prefereert op grond van zijn