14 DECEMBER 1962.
671
De heer VAN DEN EEDEN zegt, dat hij bedoeld, dat de g.s. w.
mensen klaar gemaakt moeten worden voor het vrije bedrijf. Het
komt voor, dat mensen bij de gemeente nogal lang op dezelfde
plaats blijven hangen. Het gaat nier slechts om een paar mensen.
Wethouder VAN BOXTEL zegt, dat als de heer Van den Eeden
dit betrekt in de individuele sfeer hij het met hem eens is. Door
stroming is vaak zeer moeilijk.
Hierna wordt hoofdstuk IX vastgesteld.
VERVOERBEDRIJF.
De heer VAN CAULIL zegt, dat voor brand- en schouwwachten
opde begroting een post is geraamdvanf 10.000,- aan inkomsten.
Het is niet zijn bedoeling te praten over schouwwachten bij grote
openbare vermakelijkheden: hij denkt hier aan Concordia en bios
copen. In zijn fractie heerst de mening, dat schouwwachten voor
kleine openbare vermakelijkheden niet op zijn plaats zijn. Een
schcuwwacht is iemand die naar een openbare vermakelijkheid ge
stuurd wordt en die de veiligheid mede bevorderd.
Spreker is het er mede eens, dat er een schouwwacht gestuurd wordt
bijvoorbeeld naar Concordia, omdat die daar, als er iets gebeurt,
met kennis van zaken kan optreden en omdat die daar het nodige
materiaal bij de hand heeft. Anders ligt het daar waar de schouw
wacht komt bij gelegenheden waar 50 S 60 mensen bij elkaar zijn.
Voor de grote instellingen betekenen deze 10.000,- niets, om
dat er toch weer 9.000,- van terugkomen via subsidies. De res
terende 1.000,- moeten echter betaald worden door de houders
van 5 5 6 zaaltjes.Het schouwen kost 3,25 per uur,hetgeen neer
komt op 20,- per avond.
Spreker vraagt te bezien of het niet mogelijk is voor te schrijven,
dat in ieder zaaltje één of twee blusapparaten aanwezig moeten
zijn met iemand, die deze apparaten kan hanteren, dan kunnen de
schouwwachten afgeschaft worden. Hij heeft niets tegen de brand
weer, doch schouwen op deze manier acht hij kinderachtig. Men
moet geen vakmensen voor kinderspel gebruiken.
De heer VAN LOON zegt, dat het de taak van de raad is alle
maatregelen, welke voor ae bevolking verhoging van de lasten tot
gevolg hebben critisch te bekijken.
Dit geldt uiteraard ook voor de verhoging van de tarieven voor het
ophalen van huisvuil.
Een belangrijk element in de motivering van het voorstel vormt de
kostprijs. In het voorstel wordt gesteld dat het aanbeveling verdient
de tarieven voor het ophalen van huisvuil in fasen te vernogen tot
het peil van de kostprijs.
De ontwikkeling van de tarieven voor het ophalen is in grote lijnen
als volgt te schetsen:
1. oorspronkelijk ƒ1,- per jaar als vergoeding voor gebruik emmer;
2. verhoging tot ƒ2,- per jaar in welk bedrag - zij het een klei
ne vergoeding - was begrepen voor het op
halen van huisvuil