14 DECEMBER 1962. 673 De heer KRAMER deelt mede, dat zijn fractie bepaald niet ge lukkig is met de verhoging van het recht voor het ophalen van huis vuil. Zijn fractie wil niet zo ver gaan, dat de kostprijs als basis voor vaststelling van de tarieven aanvaard wordt. De nu voorge stelde verhoging is nu wel aanvaardbaar om de begroting sluitend te maken en mede om een schone stad te houden. Het is duidelijk, aldus spreker, dat in 1960 toen het tarief 2,- bedroeg, waarvoor het vuil 100 maal werd opgehaald, de kosten per keer ophalen 0,02 bedroegen. Dat deze kosten nu op 0,10 per keer gebracht worden is wel aanvaardbaar en daarom gaat hij nu wel akkoord met het voorstel. Wel is spreker van mening, dat de tarieven van 2,-, 4,-, 6, - naar 9, 84 nu nogal fors oplopen. Misschien bedraagt het tarief volgend jaar wel 20, -. Waarom het tarief gesteld is op 9,84 en niet op 10,- is spreker niet duidelijk. Sprekervervolgt.dat in de toekomst het huisvuil eenmaal per week zal worden opgehaald vanwege het personeelstekort. Het vervoer bedrijf verzet veel werk en het personeelstekort zal nog oplopen. Het college zegt, dat alle middelen zijn aangewend om het per soneelstekort zo laag mogelijk te houden, doch spreker wil weten of er bij de werving van personeel ook een poging gedaan is om personeel uit het buitenland bi jvoorbeeld uit België aan te trekken. Verder vraagt spreker nog, waarom voor het ophalen van huisvuil geen aannemers worden ingeschakeld, temeer waar het personeels tekort nog zal oplopen. Dit hoeft niet meer geld te kosten. In ver schillende andere plaatsen gebeurt dit ook. Spreker meent, dat meer propaganda gemaakt dient te worden voor het schoonhouden van de stad. Het inschakelen van het onderwijs, de pers en een instructief filmpje, dat vertoond zou kunnen worden in de bioscopen acht hij goede middelen, om daarmede onwil en onwetendheid van het publiek op te vangen. Op dit terrein komen we er alleen met politie-dwang toch niet. De heer VAN DER WERFF zegt, dat hij tot voor kort functiona ris dezer gemeente was, zoals sommige der aanwezigen bijzonder goed bekend is! Toentertijd was hij verbonden aan het hoogste gemeentelijk onder wijsinstituut. In die periode frappeerde het hem al, dat ook in dit vroede gezelschap, waarvan hij nu tevens de eer heeft deel uit te maken, nog wel eens gesteld werd, dat de mensen van het onder wijs de jeugd dienen te weerhouden van dit, dat en nog veel meer. Vaak gebruikt men dan bovendien nog de term "leerkrachten", een woord, dat bij hem een dusdanig mechanisch beeld oproept, dat hij er in het geheel niets van verwacht. Spreker acht die gedachtegang voor Breda te provinciaal: in een dorp kan dat; in een grote stad lukt dat niet, zelfs niet, of in te geringe mate, bij het L.O.Naast de omvang van de educatieve en instructieve taakvan ondetwijzers en leraren realisere men zich levendig.dat hun feitelijke bevoegdheden in dit soort zaken uiterst beperkt zijn. Spreker is dan ook bijzonder gelukkig met de door het college uit-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 673