14 DECEMBER 1962. 681 Wethouder VERMEULEN kan zich nauwelijks voorstellen, dat er nog mensen kunnen wonen. Hij wil deze mededeling gaarne no teren en doorgeven aan de betreffende dienst. Hij zegt dat de raad niet moet denken, dat het college niet evenzeer met zorg vervuld is voor de mensen, die in dergelijke beroerde omstandigheden moe ten. leven. Van de andere kant is dit een enorm probleem, terwijl het college uiterst begrensd is in zijn mogelijkheden. De heer Re- nooij heeft de Kloosterstraat genoemd, doen spreker is ervan over tuigd, dat er ook nog wel andere woningen zijn, waarin de toe stand even erg is. De heer RENOOIJ wijst nog op het bouwkundige gevaar, dat aan het slopen van woningen, waardoor andere woningen vrij ko men te staan, verbonden is. Hierna wordt de begroting van het gemeentelijk woningbedrijf B vastgesteld. GRONDBEDRIJF. Zonder beraadslaging wordt deze begroting vastgesteld. BEPLANTINGEN. Mevrouw DE BONTE spreekt haar waardering uit voor de dienst van beplantingen. Zij zegt te weten wat er zoal door deze dienst gedaan wordt, omdat zij tot voor kort deel uitmaakte van de com missie voor beplantingen. Zij meent, dat in de tegenwoordige heksenketel enkele rustpunten in de vrij grote grasgazons in de nieuwe wijken weldadig aandoen voor de bewoners en de kinderen. Zij vraagt verder hoe het staat met het speeltuinenplan, omdat haar niet bekend is, wat er van dit plan reeds gerealiseerd is. Spreekster vraagt aandacht voor speelgelegenheden voor kleuters. Voor de kleuters is er vaak nog geen gelegenheid om met andere kinderen buiten te spelen. In andere steden heeft zij gehoord, dat tussen flats afgerasterde speelruimten gemaakt zijn." Dit zou te Breda ook kunnen. Er behoeven beslist geen dure toestellen in die speelruimten te worden geplaatst, omdat daar de kleuters toch niets aan hebben. Een eenvoudige grasmat met een paar zandbak ken zijn al voldoende. Zij vraagt hierover de mening van de wet houder. Met de commissie voor beplantingen heeft spreekster een rond rit, welke geleid werd door de directeur van beplantingen, door de stad gemaakt. Zij heeft toen kunnen zien hoe de beplantingen er op diverse plaatsen uitzien. Het is haar opgevallen, dat het Zaart- park weinig bezocht wordt en meent dan ook dat dit park niet aan de verwachtingen voldaan heeft. Zij schrijft dit toe aan het feit, dat dit park te kaal en te kil is. Zij zou graag wat meer intimi teit in dit park gebracht zien door het bijplaatsen van struiken en bomen. Wethouder VERMEULEN maakt de opmerking, dat het door me-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 681