14 DECEMBER 1962.
683
over onderling wel eens is. Hij vraagt of er ten deze nadere mede
delingen verstrekt kunnen worden.
De heer VAN DER WERFF zegt, dat er een tijd geweest is, dat
de overheid slechts een administrerend en registrerend instituut was
of leekte zijn. Toen allerlei banden en verbanden inde maatschap
pij verbroken werden, ten dele omdat zij geen zin meer hadden,
ten dele omdat zij als knellend ondervonden werden, omdat oude
en nieuwe situaties, waarvan bepaalde groepen het slachtoffer wer
den of dreigden te worden. Langzamerhand, vaak schoorvoetend is
de overheid toen gegroeid in een sociale taakvervulling.
Een van die taken was het voorkomen, dat de burger, meestal de
middenstander, in handen viel van de woekeraar. Daarvoor werd
een gemeentelijke kredietbank in het leven geroepen ten koste van
inspanning en geld. Doch dit instituut is nu door de maatschappe
lijke ontwikkeling achterhaald. De grote banken trekken de neus
niet meer op voor de kleine "persoonlijke lening".
Spreker meent, dat, indien hij zich hier als monetair expert sou
opwerpen, hij waarschijnlijk een Homerisch lachsalvo zou ontkete
nen. Hij zegt, dat hij dat dus ook niet doet en dat hij ook maar wil
trachten te bewijzen. Uit betrouwbare bron heeft hij zich echter
laten verzekeren, dat elk krediet boven de 500,- in feite goed
koper bij een bank uitkomt dan bij ons gemeentelijk instituut.
Op deze grond.dat momenteel de mensen dus niet meer op zo gun
stige voorwaarden te helpen zijn en op de zojuist vermelde grond,
dat de mensen inde huidige constellatie met een gerust hart bij een
betrouwbare bankinstelling kunnen aankloppen, wil hij voorstellen,
dat burgemeester en wethouders ernaar zullen streven en zullen be-
bevorderen de werkzaamheden van de gemeentelijke kredietbank
op zo kort mogelijke termijn te doen ophouden, dan wel uitsluitend
te beperken en te doen beperken tot die posten, die een strikt soci
aal karakter dragen.
Mevrouw DE BONTE zegt, dat zij vorig jaar reeds gevraagd heeft
de kredietbank onder te brengen bij sociale zaken. Zij mag wel zeg
gen, dat zij meermalen heeft gemerkt, dat leningen verstrekt wer
den aan mensen, die bij sociale zaken in ondersteuning zijn. Ook
komt het voor, dat voor een bepaald gezin schuldbemiddeling wordt
aangevraagd en dat dan blijkt, dat dat gezin ook een schuld heeft
aan de kredietbank.
Spreekster is van mening, dat als er in een gezin schulden zijn de
kredietbank daar geen schuld aan moet toevoegen.
Met de heer Nieuwlaat is zij van mening, dat deze bank bij soci
ale zaken dient te worden ingebracht.
De heer KRAMERS zegt het niet eens te zijn met hetgeen hij van
de vorige sprekers gehoord heeft. De kredietbank heeft niet uitslui
tend een taak, die op sociaal gebied ligt. De taak van de krediet
bank gaat boven sociale hulp uit. Het is haar taak mensen te hel
pen, die wel voldoende middelen kunnen verwerven, doch die tij
delijk in moeilijkheden zitten en daarvoor niet bij de particuliere
banken terecht kunnen.
Spreker gelooft, dat de bank echt niet bij de dienst van sociale za-