VOORTZETTING VAN DE VERGADERING VAN 14 DECEMBER 1962. - De VOORZITTER heropent de vergadering te 19.00 uur en stelt aan de orde de verdere behandeling van hoofdstuk III van de ge meente-begroting 1963. De heer MENDES meent dat de heer Kroon in zijn algemene beschouwingen heeft gezegd dat de politie met takt en veel ge duld in het steeds toenemende verkeer optreedt. Hiermede is spre ker het volkomen eens en hij is van oordeel dat hoe minder men van de politie merkt, dit apparaat des te beter functioneert. Vorig jaar is er gesproken over de wijkagenten en nadien heeft hij hierover niets meer vernomen. Spreker zou gaarne vernemen hoe het met het instituut van de wijkagent is gesteld. De taak van de gemeente-politie ziet hij als volgt: 1. bestrijding van de criminaliteit; 2. toepassing van de algemene politie-verordening; 3. verkeers-aangelegenheden; 4. algemene diensten, zoals afzetting van straten bij verschillen de gelegenheden en service aan het publiek. Punt 1 de bestrijding van de criminaliteit hoort niet inde raad zaal thuis. Punt 2 is ook vorig jaar bij de begrotingsbehandeling besproken. Spreker is echter van mening, dat het optreden van de politie tegen de vervuiling van de stad niet krachtig genoeg is. Hij heeft zelfs de indruk dat de politie zich bij dit euvel volkomen afzijdig houdt, maar misschien vergist hij zich hierin en dat zal hij dan wel van de voorzitter vernemen. Als taak van de politie in verband met het verkeer ziet hij het nemen van maatregelen voor de verkeersveiligheid inde gemeen te en het leiden en vlot afwikkelen van de verkeersstroom. Spre ker heeft de indruk dat deze laatste taak door het politiekorps enigszins is verwaarloosd. Men kon aan de hand van landelijke gegevens de toeneming van het verkeer berekenen. Dit is echter nagelaten in het verleden en het stemt hem tevreden dat dit tijd perk achter de rug is. Het huidige college van burgemeester en wethouders met haar adviseurs hebben begrip voor het verkeers- vraagstuk. Spreker vraagt toch nog aandacht voor enige probleemp jes op dit gebied. Op de allereerste plaats is er het probleem van de verkeersborden. Onze stad heeft nog vele oude, onduidelijke scheefhangende verkeersborden. Zo heeft hij onlangs nog een bord gezien voor "werk in uitvoering", terwijl dit werk reeds enige tijd beëindigd was. In het centraal rapport wordt elk jaar de aandacht van burge meester en wethouders gevraagd voor de beveiliging van kruis punten in de gemeente. Nu kent elk raadslid niet de gehele stad en wanneer men iets verkeerds opmerkt, wordt dit niet meteen inde raadsvergadering als vraag aan de orde gesteld. Anders wordt het indien men dag in dag uit eenzelfde route rijdt en daarbij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 689