14 DECEMBER 1962.
691
herhaling gesloopt. Met de bewering in het antwoord van burge
meester en wethouders dat de huidige situatie voor de passerende
schooljeugd geen gevaar oplevert, zou spreker zich kunnen ver
enigen, indien de schooljeugd alleen maar passeerde. Hij heeft
bij herhaling geconstateerd dat de jeugd tot aan de dakgoot over
de stempels klimt. Het dak van het pand is doorgebogen en spre
ker is bevreesd dat bij het afbreken van de dakgoot het gehele dak
instort en met het dak de muren. Er zouden dan onder de school
jeugd slachtoffers kunnen vallen. Daarom wil spreker nogmaals de
aandacht van burgemeester en wethouders op dit gevaar vestigen.
Een van de agenten, die de schooljeugd bij het oversteken van de
Baronielaan behulpzaam is onderschreef sprekers mening volkomen.
Tenslotte is hij van mening dat de verkeerspolitie de zaak.i.v. m.
de parkeersituatie ter plaatse wel onderzocht heeft, doch niet heeft
gerealiseerd. De auto's worden direct om de hoek in de Zandberg-
weg geparkeerd en niet zoals de voorschriften dit eisen 10 meter
uit de hoek. Spreker vraagt aan burgemeester en wethouders de
aandacht van de gemeente-diensten te vestigen op dit punt en de
finitieve maatregelen te willen bespoedigen.
Volgno. 73.
De heer VAN LOON zegt, dat burgemeester en wethouders in
hun antwoord op de in het centraal rapport gestelde vraag over re
clames aan lichtmasten mededelen dat deze het stadsbeeld niet ont
sieren, zelfs verlevendigen en dat zij bij de beoordeling van deze
reclame esthetische normen hanteren. Volgens spreker wil dit niet
zeggen dat die reclames toch nog kunnen ontsieren. Bovendien
levert elk licht, dat niet op de weg thuis behoort, dus ook licht
reclames, een gevaar voor het verkeer op.
Hij vraagt of burgemeester en wethouders willen nagaan of het
niet verstandig zou zijn, het aanbrengen van reclameborden te
verbieden. Een inkomstpost van 3.000, - noemt hij tenslotte voor
een gemeente als Breda niet belangrijk.
De heer BASTIAANSEN heeft met genoegen geconstateerd, dat
er aan deverkeersopvoedingvande jeugd de nodige aandacht wordt
besteed. Spreker vraagt de aandacht van burgemeester en wethou
ders voor een verkeersvoorlichting voor bejaarden. Wellicht zou
dit kunnen geschieden via de bejaardensociëteiten.
De heer SPANJER zegt dat in het centraal rapport de opmerking
wordt gemaakt, dat de politie niet voldoende optreedt tegen de
kleine verkeersovertredingen. In verband hiermede merkt hij op
dat hem uit het antwoord van burgemeester en wethouders is ge
bleken dat de maximale sterkte van het politiekorps is bereikt.
Spreker vraagt of deze wettelijke sterkte voldoende is om de poli
tie al haar taken te doen nakomen.
De heer VIS heeft geconstateerd dat de verkeersbrigadiertjes
op uitstekende wijze zijn geïnstrueerd. Vroeger heeft hij verschil
lende malen een betoog moeten houden om tot instelling van