14 DECEMBER 1962. 695 De VOORZITTER merkt op dat vele vragen gesteld zijn, die uiteindelijk buiten de orde zijn, omdat ze niet in het centraal rap port zijn behandeld. Vergeefs is door burgemeester en wethouders in het centraal rapport naar de verschillende onderwerpen, thans naar voren gebracht, gezocht. Zelfs de slagvaardige wethouder Vermeulen begint voor de beantwoording van de gestelde vragen gereserveerd te kijken. Vragen, die thans niet beantwoord kunnen worden, zullen als een vraag gesteld in de rondvraag, behandeld worden en in een der volgende raadsvergaderingen beantwoord wor den. De lof aan de politie toegezwaaid zal spreker gaarne ter ken nis brengen van de commissaris van politie. Dat de heer Mendes niets merkt van het instituut van de wijk agent komt door het onopvallende optreden van de politie. Spreker is van mening, dat de wijkagent, die in zijn wijk als vertrouwens man optreedt voor de wijk-bevolking, zijn werk zo onopvallend mogelijk behoort te doen. Wijzend op het centraal rapport zegt hij thans verder geen inlichtingen over de wijkagenten te kunnen geven. Indien de vervuiling van de stad niet via het onderwijs kan wor den tegengegaan, dan neemt men de toevlucht tot het politie apparaat. Er zijn inderdaad tal van gemeenteverordeningen, zo zegt spreker, die gemaakt zijn om vervuiling van de stad te be strijden. Maar deze verordeningen zijn echter niet geschreven om iedere burger, die een frites-zakje of een luciferdoosje weggooit, te verbaliseren. Bovendien vraagt hij zich af of wel deze weg moet worden opgegaan en stelt zich voor om deze zaak op de agenda voor de eerstvolgende vergadering van de commissie voor de straf verordeningen te plaatsen om een juridische basis te vinden om te gen dit euvel op te kunnen treden. Dat de politie zich thans afzij dig houdt, vindt zijn oorzaak in de dubieuze wettelijke grondsla gen in de diverse verordeningen. De overige verkeerszaken zullen door wethouder Vermeulen zo veel mogelijk thans reeds beantwoord worden. Inderdaad bestond er vroeger een bewust bezwaar tegen de be veiliging met verkeerslichten van kruispunten in de bebouwde kom. Doch ook dit beveiligen zal opeen gegeven moment tot een einde moeten komen, omdat men eenvoudig niet door kan blijven gaan omdat daardoor een binnenstad wordt dichtgemetseld. De heer Mendes heeft, zo zegt spreker, erop geattendeerd dat de politie in 1962 de helft minder processen-verbaal heeft opge maakt tegen verkeersovertredingen dan in 1961. Hij wijst erop dat de politie met technische middelen is uitgerust, waardoor over tredingen gemakkelijk kunnen worden geconstateerd. Men moet echter hiervan een redelijk gebruik maken en niet altijd onbarm hartig optreden. Van de barmhartigheid van de Bredase politie heeft de voorzitter van de raad kunnen profiteren zo zegt hij. In dien thans de cijfers van de processen-verbaal verdubbeld zouden worden, dan zou hij toch zijn wenkbrauwen fronsen en met de leiding van de politie hierover spreken. Anderzijds deelt hij mede, dat tegen de jeugd, die met vele decibellen-geluid op een brom fiets door de stad jagen, zeer zeker verbaliserend wordt opgetreden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 695