700 14 DECEMBER 1962. volgnummer 134. De heer KRAMERS zegt dat burgemeester en wethouders opzijn vraag in het centraal rapport over de wijkposten in hun antwoord hebben gesteld dat dit een aangelegenheid is voor de kring. Er van uitgaande dat het antwoord juist is vraagt spreker hoe de ge meente bij de B.B.-organisatie aandrang kan uitoefenen op de in richting van de wijkposten in de gemeente. Deze wijkposten zijn onontbeerlijk bij de zeer moeizaam opgebouwde zelfbescherming, die voorde wijkende eerste hulp moet zijn en bij grotere bombar dementen wellicht ook de enige hulp. Thans zijn er geen behoorlijke verzamelplaatsen voor de uit 45 personen bestaande wijkploegen. De thans ingerichte wijkposten voldoen niet aan minimale eisen en zijn derhalve niet bruikbaar meer. Spreker vraagt burgemeester en wethouders de inrichting van wijkposten, welke aan te stellen eisen voldoen, te willen be spoedigen, opdat in tijd van nood de bewoners van een wijk, te stellen op 12.000 15.000 inwoners, hulp kan worden verleend. De VOORZITTER meent uit het betoog van de heer Kramers te hebben kunnen beluisteren, dat de inrichting van goede wijk posten meer aandacht verdient, dan deze tot op heden heeft ge kregen. Als voorzitter van de A-kring Noord-Brabant d zal hij deze aangelegenheid bij de organisatie ter sprake brengen. Hij merkt echter op dat ten aanzien van de B.B.-organisatie lande lijk een nieuw idee is gerezen, namelijk de noodwachtplicht. Bij deze noodwachtplicht is het accent gelegd op de overheids dienst. In dit kader is de vrijwilligheid Dij de B. B. ernstig aan getast. In Breda heeft echter de vrijwillige zelfbeschermingsor- fanisatie nog wel enige good-will behouden. Spreker heeft aan et hoofd van de B.B. verzocht deze mensen in te schakelen en de zaak niet te laten verkommeren. Spreker benadrukt dat de inrichting van aan te stellen eisen voldoende wijkposten een zeer dure zaak is. Bovendien weet hij niet op welke calamiteiten de heer Kramers het oog heeft, maar hij verwacht dat dan ook door de wijkploegen geen hulp meer kan worden geboden. De heer KRAMERS blijft de mening toegedaan dat in tijden van nood door de vrijwillige wijkploegde eerste hulp aan de wijk zal moeten worden verleend. Daarna zal pas door de overheids diensten, bestaande uit noodwachtplichtigen hulp kunnen worden verleend. Vooral als er op vele plaatsen in de gemeente hulp verleend zal moeten worden, zal de wijk op de vrijwilligers zijn aangewezen. Thans zijn 7 wijkposten, die niet meer te gebrui ken zijn, ingericht en van telefoon voorzien. Spreker is ervan overtuigd dat er geschikte ruimten te vinden zijn onder gebouwen, die weliswaar ook niet bestendigd zijn tegen aanvallen met A-bommen. De VOORZITTER deelt mede dat hij het onderwerp gaarne met het bestuur van de A-kring zal bespreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 700