706 14 DECEMBER 1962. is van een extra contingent voor de huisvesting van militairen. Spreker meent te weten dat op verschillende ministeries de nei ging bestaat om een bepaald extra contingent woningen aan ge - meenten toe te wijzen ten behoeve van bepaalde groepen mensen in overheidsdienst. Zo is het hem ook bekend dat door een bepaald ministerie de gemeente Breda of een gemeente in haar omgeving een bepaald extra contingent zal worden toegewezen ten behoeve van een bepaalde groep. Spreker vraagt of burgemeester en wet houders bereid zijn voor Breda met zijn vele militairen en rijksamb tenaren te trachten een dergelijk extra contingent woningen te ver krijgen, zo, de bouw niet in Breda zal geschieden. Het aantal woningen, voor de rijksambtenaren en het spoorweg personeel vrij komende, de z. g. 10% voorkeurswoningen, helpen de rijksambte naren niet. Daarvoor is het aantal dat gescheiden van hun gezin leeft, te g^oot. Over een ander aspect van de woningbouw n.l. de grondprijzen wenst spreker nog even het woord te voeren. De bouwkosten in de gemeente Breda vertonen de laatste jaren een stijgende lijn. De grondkostenzijn de laatste paar jaar ongeveer met 200% gestegen. Spreker vraagt zich af of de gemeente Breda niet moet trachtende grondkosten zo laag mogelijk te houden. Hij is ervan overtuigd dat de kosten van bestrating en riolering enz. ook hoger worden, maar hij gelooft dat toch geprobeerd moet worden de prijzen van de gronden zo laag mogelijk te houden. Wethouder VAN BOXTEL heeft de stellige overtuiging, dat de heer Koertshuis in verband met de voor keurs woningen naar de be kende weg vraagt. Meerdere malen is van gedachten gewisseld met rijksinstanties over dit probleem en hij stelt vast dat de gemeente Breda minstens driemaal zo veel gedaan heeft, dan zij behoefde te doen. Het wordt, zo zegt spreker, nu werkelijk tijd dat de ministeries eens een zinvol beleid gaan voe ren voor deze nationale nood. Het spijt hem te moeten zeggen, dat door de rijksoverheid soms een erg willekeurig beleid wordt evoerd. De gemeente Breda is niet van plan nog iets meer te doen an de 10%voorkeurswoningen, en het spijt hem als uit deze 10% de rijksambtenaren niet behoorlijk geholpen kunnen worden. De gemeente Breda met zijn grote concentraties van militairen en rijksambtenaren heeft naar zijn mening recht opeen extra contin gent woningen ten behoeve van deze mensen. Hij is ervan over tuigd dat aan Breda geen verwijt kan worden gedaan. Wethouder VERMEULEN deelt mede dat de 62 woningen in het uitbreidingsplan "DeBlauwe Kei" niet verkregen zijn uit een extra contingent doch uit het normale contingent toegewezen woningen aan de gemeente Breda. Spreker kan het betoog van wethouder Van Boxtel volkomen onder schrijven. Dat de mogelijkheid voor Breda zou bestaan om te kun nen putten uit extra contingenten gelooft hij niet, omdat hij ook niet kan geloven in het bestaan van "potjes op de ministeries". Eenmaal heeft spreker het medegemaakt dat het ministerie van.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 706