14 DECEMBER 1962. 707 Defensie een extra contingent je woningen werd toebedeeld. Burge meester en wethouders hadden toen werkelijk hoop dat de gemeen te Breda als garnizoensstad een deel van dit contingent zou worden toegewezen. Deze hoop bleek echter ijdel; het gehele contingent ging naar de gemeente Eindhoven en derhalve is niets van de plan nen gerealiseerd kunnen worden. De heer Koertshuis heeft gesteld dat de grondprijzen in de gemeen te Breda onrustbarend zouden stijgen. Ook bij het ministerie van Volkshuisvesting maakte men zich zorgen over het landelijk ver schijnselvan stijgende grondprijzen. Door de minister werd dan ook een commissie benoemd, die deze materie moest gaan bekijken. Het rapport van deze commissie is juist verschenen en ofschoon spreker het rapport nog niet heeft bestudeerd kan hij thans toch al wel mededelen dat de conclusie van de commissie is dat er van enige verontrusting geen sprake behoeft te zijn. Inderdaad heeft zich bij de grondkosten een opwaartse richting voltrokken. Maar men mag niet vergeten, dat er gemeenten zijn geweest, die hun grond beneden de kostprijs verkochten. Dit was natuurlijk ongezond. Dit is een oorzaak van een drastische grond prijs-verhoging in het algemeen. Men mag niet uit het oog verliezen dat de stedebouwkundige ver betering van het wonen, dus de openheid van de stad in haar nieuwe uitbreidingsplannen, tot uitdrukking komt in de grondprij zen. Tenslotte dient het grondbedrijf een sluitende exploitatie te hebben. De heer KOERTSHUIS zegt, dat als de wethouder van sociale zaken uit zijn woorden begrepen heeft dat hij hem een verwijt heeft gemaakt, de wethouder hem dan verkeerd begrepen heeft. Hij heeft geprobeerd burgemeester en wethouders duidelijk te maken.dat er wegen gevonden moeten worden om uit de verdrukte hoek te ge raken. Wethouder VAN BOXTEL antwoordt dat hij wel de ministeries een verwijt heeft willen maken over hun beleid. De gemeente Breda is ten aanzien van huisvesting van de militairen altijd erg soepel tewerk gegaan.Toen er door het ministerie een kleine toewijzing woningen te vergeven was, is de gehele toewijzing naar de ge meente Eindhoven gegaan. Een dergelijk beleid is voor spreker on verteerbaar. Hierna wordt hoofdstuk V ongewijzigd vastgesteld. HOOFDSTUK VI. OPENBARE WERKEN. a. Voorstel tot verhogingvan de rechten voor het gebruik van ge meentegrond en voor het hebben van voorwerpen op, boven of in gemeentegronden en -wateren. b. Voorstel tot het invoeren van een baatbelastingvoor het lande lijk gebied. c. Voorstel tot verhoging tarief rioolbelasting.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 707