17 JANUARI 1962 71 per maand! Deze lagen iedere maand ter visie en dit is door onze fractie, bij monde van de heer Hulskramer, in de afdelingsvergadering aan de vraagsteller medegedeeld, mijnheer de voorzitter. De heer Van Bijnen, hij was niet de vraagsteller, want deze was uit een andere grote fractie, vroeg of hij, indien hij gegevens nodig had, zich dan tot de heer Hulskramer kon wenden. Hierop kan ik volmondig ja zeggen. De afdeling documentatie van progressief kader heeft onder meer hier van een statistisch overzicht vervaardigd en wel over 3 jaren. Ten gerieve van voornoemde fracties zal ik hen na deze algemene beschouwingen een exemplaar hiervan aanbieden. Mochten er meerdere belangstellenden zijn, dan zijn wij gaarne bereid ook hen er een te verstrekken. Mag ik nu overgaan tot de begroting zelve, mijnheer de voorzitter? Met alle fracties wil ik een hoera laten horen over het feit dat het deze maal, voor het eerst sinds de P.K. deel uitmaakt van de raad, een sluitende begroting is. De hierbij tevens aangeboden investeringsnota, een formidabel knap stuk werk, is een reeds jaren gekoesterde wens van de raad, teneinde een plan op langere termijn te hebben om-naar-toe-te-leven. Mèt uw college zijn wij van mening dat dit een soort richtlijn is en geen vast stramien, daar niemand kan zeggen hoe de wereld, en dus ook Breda, er over 10 jaar en meer uit zal zien. Wanneer wij, als nagekomen brief, het „militaire" verzoek (door mij begrepen en als zodanig geapprecieerd) krijgen om aan de door U, mijn heer de voorzitter, bedoelde wijze van behandeling de hand te houden en te doen houden, dan durf ik thans niet meer dan enkele zeer summiere opmerkingen te maken. Moeten wij, als Breda, niet zéér attent zijn op de progressiviteit van andere gemeenten? Tilburg begint nu weer met een kunstijsbaan! Ligt Tilburg ook niet gunstig voor een draf- en renbaan, of zal Tilburg netjes wachten tot Breda daarmee in 1976 klaar is? Ik geloof er niets van. Graag kom ik hier later op terug. Verder verbaas ik mij over de saneringsplannen speciaal in 1962, waarbij U becijfert 4 a 5 miljoen meer bijdrage te krijgen dan andere jaren. Waarom? Zijn de onderhandelingen al in een zó ver stadium? Wat de hoofdstukken zelve betreft, mijnheer de voorzitter: enkele opmerkingen in het algemeen om niet de stof uit te diepen voor straks, als iedereen aan het woord mag. Met uw toestemming ga ik er wat kris en kras doorheen. DE VERKEERSSITUATIE Er is in het laatste jaar veel tot stand gekomen; ik denk aan voorrangs regelingen stoplichten (hier zou hier en daar wel aan dié voetgangers gedacht kunnen worden, middels een voetgangerslicht, die niet binnen 30 seconden naar het midden van de weg kunnen rennen op een vlucht heuvel), de uitbreiding der verkeerspolitie, het aanvankelijk toezicht op de nieuwe zebra's en haar gebruik, kortom, mijnheer de voorzitter, een activiteit overal, en een zeer gewaardeerde activiteit. Onze fractie is ervan overtuigd dat dit alleen maar kon, omdat het ontstellend aantal vacatures bij de gemeentepolitie op zo een ontstellend vlotte wijze tot bijna nul is gereduceerd. Als ik, om vollediger te zijn, nog noem de verkeersbrigadiertjes, die na hun perfecte opleiding zo perfect werk leveren, dan zie ik mèt dit alles Breda als een grote stad! (Ik zou wèl willen vragen de werkeloze knipperbollen, buiten weer en wind, hun wettelijke rust te geven).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1962 | | pagina 71